Open Chirowerking: een uitdaging die loont

Open Chirowerking: een uitdaging die loont

Een goede band met je buurt hebben, vraagt inspanningen. Daarom trekken sommige Chirogroepen tijdens hun werking naar pleintjes of parken en vragen ze kinderen die geen lid zijn of ze willen meespelen. In Brussel proberen heel wat groepen hun werking open te maken voor iedereen. Daarom gingen we eens praten met Marthe van de stadswerking in Brussel. Samen met een heleboel vrijwilligers denkt zij na over Chiro in de stad en biedt ze ondersteuning aan stadsgroepen.

 

Door Emilie en Lies

 

Dubbelpunt: Dag Marthe! Voor de mensen die het niet kennen, wat is open werking?

Marthe: De meeste Chirogroepen in Brussel gaan vaak op pleintjes of in parken zitten omdat zij niet zo veel ruimte in eigen lokalen hebben. Op die manier trekken ze ook kinderen aan die op het pleintje spelen of rondhangen. Die mogen dan gewoon meespelen, dat is het open karakter. Dat is niet bewust leden werven. Je kan die kinderen wel informatie meegeven over de Chirowerking en wie weet blijven ze hangen, maar het is ook perfect oké als ze gewoon eenmalig willen komen meedoen. 

 

Dubbelpunt: Loopt dat dan samen met straathoekwerk in Brussel of is er overleg met andere sociale organisaties?

Marthe: Vorig jaar hadden we een project samen met Cultureghem. Dat is een organisatie die de publieke ruimte in trekt en activiteiten aanbiedt om mensen te verbinden. Zij hebben samengewerkt met een aantal Chirogroepen om de publieke ruimte in te trekken en net die kinderen die er rondliepen bij de werking te betrekken.

Maar veel Chirogroepen doen dit gewoon als onderdeel van hun werking en denken er niet te veel over na. Voor hen is het vanzelfsprekend, zij zullen daarvoor niet per se stappen zetten naar andere organisaties om samen te werken.

 

“Voor sommige groepen is een open werking vanzelfsprekend, voor andere zelfs een noodzaak omdat ze zich in een stad bevinden.”

 

Dubbelpunt: Waarom vindt leiding het belangrijk om een open werking te hebben?

Marthe: Het is heel moeilijk om daar de vinger op te liggen. Voor sommige groepen is het gewoon vanzelfsprekend, maar dat is niet voor alle stadsgroepen zo. Voor sommige is het echt een serieuze uitdaging waarvan ze ook niet zo goed weten hoe het aan te pakken. Maar door de context waarin ze zich bevinden, worden ze er soms toe gedwongen. 

Het idee erachter is dat ze de kinderen uit de buurt willen bereiken. Ze willen graag een afspiegeling zijn van de buurt en ze willen graag alle kinderen en jongeren de kans geven om Chiro te leren kennen, ook degene die het niet kennen en niet zelf de stap zullen zetten.

 

“Je hoeft niet zoveel te veranderen aan je werking.”

 

Dubbelpunt: Voor sommige groepen is dit misschien een nieuw concept. Hoe pak je open Chirowerking het beste aan? 

Marthe: Vooral proberen. Het roept soms vragen op over hoeveel leden je mag verwachten. Of wat gaat er gebeuren? Maar eens je doorhebt dat er eigenlijk niet zoveel moet veranderen aan de werking loopt het eigenlijk wel vlot. 

Kinderen die rondhangen op pleintjes zijn soms wat terughoudender. ‘t Is niet zo dat je meteen honderd leden moet verwachten. Wat de leiding wel doet, is kinderen die rondhangen en toekijken bewust aanspreken. Ze merken dat dat wel makkelijk gaat. Het is ook niet zo dat er elke week extra kinderen komen.

 

Dubbelpunt: Hoe pakt leiding het aan om een betere afspiegeling te worden van de buurt?

Marthe: Voor een stuk doen ze eigenlijk hetzelfde als andere Chirogroepen. Ze gaan in het begin van het jaar naar scholen en ze proberen via eigen leden nieuwe leden te werven. Met de stadswerking proberen wij ook op zoek te gaan naar doelgroepen die de Chiro minder kennen en gaan we bijvoorbeeld langs in een OKAN-school of proberen we via onze partners te werven. 

Een heel leuk idee dat ik onlangs hoorde van een Chirorgoep in Brussel was dat zij voor hun vriendjesdag hun eigen leden uitnodigingen meegeven, precies als voor een verjaardagsfeestje. Die kunnen de kinderen dan op school uitdelen. Enthousiaste leden die vriendjes aansteken, dat is natuurlijk ideaal. En scholen zijn dikwijls al een afspiegeling van de buurt, dus dat is een eerste stap. 

We zitten ook in aan aantal netwerken: vergaderingen met scholen en vrijetijdsorganisaties uit de buurt. Het is interessant om daar de verbinding te leggen omdat zij dikwijls kinderen hebben die nog een bezigheid zoeken. De jeugddienst kent ook goed het jeugdwerk in je gemeente, die kunnen contacten leggen met andere organisaties.

Tijdens het project met Cultureghem werkten we aan een briefje met basisinformatie om met de kindjes mee te geven die meegespeeld hebben. Zo weten ze achteraf dat ze met de Chiro meegespeeld hebben, dat die activiteiten geregeld plaatsvinden en dat ze weer kunnen komen meespelen.

Zij starten ook bij de basis. Ze gaan vertellen wat Chiro is. Onze leiding zal niet vragen: “Hé, kom je ook naar de Chiro?” Ze zullen het concept Chiro of jeugdbeweging proberen uit te leggen. Ze zoeken naar momenten om op bezoek te gaan bij scholen wanneer de ouders aanwezig zijn, zodat ze ook hen kunnen aanspreken en uitleg geven. 

 

“Je moet flexibel zijn en eraan denken dat kinderen niet spontaan mee komen spelen.”

 

Dubbelpunt: Wat zijn moeilijkheden die leiding kan ondervinden?

Marthe: Een uitdaging is dat je op voorhand niet weet hoeveel extra kinderen er zullen komen meespelen. Je spel moet flexibel zijn, zodat er drie kindjes extra kunnen meedoen. Een andere uitdaging is dat de kinderen niet spontaan zullen komen spelen. Ze zien dat je een groep bent, zeker als je Chirokleren draagt, dus je moet de stap zetten om kinderen aan te spreken en te motiveren. En ook herhaling: een aantal weken na elkaar ergens zijn, niet opgeven als het van de eerste keer niet lukt. Blijven volhouden als je het graag wil doen.

Wie het wil proberen, mag ook niet vergeten: het is perfect oké als kinderen niet willen meespelen. Je moet niet blijven sleuren. Misschien blijft een kind de eerste keer zitten kijken en durft het nog niet zelf de stap te zetten. Maar de week nadien is die stap misschien wat kleiner.