Stads versus platteland: hoe anders zijn Chirogroepen door hun buurt?

Stads versus platteland: hoe anders zijn Chirogroepen door hun buurt?

Werking geven in de stad gebeurt heel anders dan in een dorp. Céline, Wolf en Tim van Chiro Oude Bareel (Gent) en Amber van Chiro Vlam! (Vlamertinge) hadden het samen met Dubbelpunt over de gelijkenissen en verschillen.

 

DUBBELPUNT: Hoeveel leden telt jullie Chirogroep?

Céline: Wij hebben 150 leden. De jongste afdelingen groeiden sterk de afgelopen jaren. Zo hebben we 40 pinkels (ribbels, n.v.d.r.) en 30 speelclubbers.

Amber: Ik denk dat wij nu ongeveer 110 leden hebben. De rakwi's en tito's zijn met niet zo heel veel, de andere afdelingen wel. Volgens mij speelt corona hier sterk mee. Door de weinige ontspanningsmogelijkheden wordt de jeugdbeweging aantrekkelijker.

 

DUBBELPUNT: Is er voldoende speelruimte in de buurt om veilig werking te organiseren?

Amber: Rond onze lokalen zijn er grote speelterreinen en de lokale voetbalclub is op wandelafstand.

Céline: Bij ons brengt de huidige situatie moeilijkheden met zich mee. We kunnen niet met grote aantallen op ons terrein en moeten dus echt de parkjes gaan opzoeken tussen de woonwijken. De speelruimte in die parkjes is heel beperkt. Vanaf de rakwi spelen wij altijd op verplaatsing en vanaf de tito’s verwachten we van de leden dat ze met de fiets komen zodat ze zich vlot kunnen verplaatsen.

 

DUBBELPUNT: Hebben jullie veel veranderingen uitgevoerd om in bubbels te kunnen werken?

Tim: Het speelterrein bij de Chirolokalen delen we op zodat de jongste afdelingen op voldoende afstand veilig kunnen spelen.

Wolf: Als er bij de oudere afdelingen opgesplitst moet worden, proberen we toch voldoende interactie te voorzien tussen de twee bubbels.

Céline: De oudste vier afdelingen gaan op verplaatsing. Ze zijn dus niet aanwezig tijdens de opening en het vieruurtje. We spreken ook onderling af. Als de rakwi's uitzonderlijk op het speelterrein bij het lokaal willen spelen, dan gaan bijvoorbeeld de speelclubbers op verplaatsing.

Amber: Onze werking vindt in normale omstandigheden tweewekelijks plaats. Door de nieuwe maatregelen geven we nu wekelijks activiteit. De ene zondag geven we werking aan speelclub, rakwi’s en keti’s. De andere zondag is het aan de ribbels, tito's en aspi's. Daarnaast beperken we het aantal leiding per bubbel. Het is niet nodig om met zes personen leiding te geven aan tien leden.

 

DUBBELPUNT: Hoe zorg je ervoor dat de activiteiten altijd verkeersveilig gebeuren?

Tim: In de wijken rond onze lokalen is er weinig verkeer.

Céline: Dat komt doordat de werking op zondag plaatsvindt. Als we activiteit hadden op zaterdag zou dat een heel ander verhaal zijn.

Wolf: We proberen altijd zo dicht mogelijk in de buurt te blijven en geen onnodige verplaatsingen te doen. Daarnaast fietsen we als leiding altijd tussen de leden. Zeker als we naar het centrum van Gent fietsen, wat iets verder is, is het niet zo gemakkelijk om de groep samen te houden.

Amber: Aangezien wij in een dorp wonen, komen wij zelden in aanraking met drukke verkeerssituaties.

 

“We fietsen regelmatig naar Gent voor een stadsspel met de oudere afdelingen.”

 

DUBBELPUNT: Spelen jullie soms een stadsspel met de oudere leden? Wat zijn jullie ervaringen?

Tim: We doen het niet wekelijks, maar wel regelmatig. Tijdens een midweek gaan we met de keti's of aspi's een avond naar de stad. Ik vind dat een van de tofste activiteiten om te doen.

Amber: Wij gaan soms naar Ieper aangezien een stadsspel in ons dorp niet echt een optie is. De meeste stadsspelen vinden wel op kamp plaats, omdat we dan wél dicht bij een grotere stad zijn. De leden weten dat dat een vast onderdeel is in het kampprogramma en kijken daar echt naar uit.

Céline: Als lid heb ik vaak dingen verkocht in Gent. We gaan op de Korenmarkt staan en verkopen neusjes of koeken als kasactiviteit voor onze afdeling. Je kan gemakkelijk mensen aanspreken. We gaan soms ook huis aan huis maar dat ligt iets moeilijker. Het is belangrijk om zoiets voldoende te spreiden zodat niet telkens dezelfde buren aangesproken worden.

 

DUBBELPUNT: Hoe is de relatie met de buren?

Wolf: Doordat de omgeving dichtbevolkt is, moeten wij heel sterk rekening houden met onze buren.

Amber: Achter onze lokalen is een wijk, maar wij krijgen zelden klachten. Uitzonderlijk als er een feestje is met de leiding of tijdens een leefweek kunnen we eens een telefoontje of een waarschuwing krijgen, maar daar blijft het bij.

 

“In Vlamertinge is alles op fiets- of wandelafstand. Dat is wel handig.”

 

DUBBELPUNT: Hoe komen de leden naar de werking?

Tim: De meeste leden komen met de fiets, sommige worden door hun ouders gebracht. Veel leden komen te voet, maar dat is dan eerder bij de jongere afdelingen.

Céline: Het is de bedoeling dat de leden vanaf titoleeftijd altijd met de fiets komen. Je weet nooit wat voor activiteit we gaan doen en het biedt meer mogelijkheden.

Amber: Bij ons is dat hetzelfde. De jongere leden komen met de auto, maar vanaf rakwi’s en tito’s komen zeer veel leden zelfstandig. Daarnaast komt 95% van de leden uit Vlamertinge, waar alles op wandel- of fietsafstand is. Het verste is Ieper of Poperinge, wat ook nog binnen een straal van 15 kilometer blijft.

 

DUBBELPUNT: Zijn er veel andere Chirogroepen of andere jeugdbewegingen in de buurt?

Tim: Binnen een straal van 5 kilometer zijn er veel verschillende jeugdbewegingen.

Céline: Het is ongelofelijk hoe alles dicht op elkaar zit. Er is een meisjesscouts in de buurt en we merken daar sterke invloed van. We zijn een gemengde Chirogroep, maar het merendeel van onze leden zijn jongens.

Amber: In Vlamertinge zijn er twee jeugdbewegingen, maar elk met een heel eigen doelgroep. Naast Chiro Vlam is er KLJ Vlamertinge. De KLJ richt zich vooral op jongvolwassenen (16+) terwijl de Chiro echt wel voor alle leeftijden is. Ook doen zij heel andere activiteiten dan wij.

 

DUBBELPUNT: Bedankt voor jullie tijd en deze interessante babbel!