Jaarthemaspelen: aanbod maart
Jaarthemaspelen: aanbod maart
Sokkenmemory
Dit is een eerder een binnenspelletje, tenzij je een ‘warmvoet’ bent, dan mag je het ook buiten proberen.
Iedereen doet zijn/haar schoenen uit en deze worden in rijtjes en kolommen gelegd, net zoals de kaartjes van een memoriseer. Dan doet iedereen zijn/haar sokken uit en overhandigt die aan de spelleiding. Iedereen draait zich even om en de spelleiding steekt de sokken kris-kras ende willekeurig in de schoenen. In iedere schoen één sok.
De sokken moeten zo diep in de schoenen zitten dat je ze niet kunt zien zitten.
De eerste speler (die met de mooiste tenen) mag beginnen en haalt uit twee schoenen de verstopte kousen. Vormen ze een paar? Dan heeft de speler ze gewonnen en mag hij/zij een volgende poging ondernemen om een paar kousen te verenigen. Vormen ze geen paar? Dan stopt hij/zij ze weer diep genoeg in de schoen en is de volgende aan de beurt.
Het doel van het spel is uiteraard om zoveel mogelijk sokkenparen te verzamelen.
Hoe maak je dit spel makkelijker?
- de kousen die al eens bovengehaald zijn, laat je een stukje uit de schoen komen
- de schoenen waar geen kous meer in zit, haal je uit het speelveld
- -hoe “netter” je de schoenen in het begin klaarzet, hoe overzichtelijker het spel blijft voor de spelers en hoe makkelijker ze kunnen onthouden welke sokken waar zitten
Vertelspelletje
Als jij een sok was, dan was je een ...
Iedereen krijgt een andere speler aangewezen en probeert te fantaseren wat voor een sok die persoon zou zijn. Bvb. een uitbundig iemand: een bonte sok; een avonturierster: een stevige wandelsok met een versterkte enkel en teen; een verstrooid iemand: een binnenstebuitensok;...
Ietsje expressiever? Laat de sokken tekenen of schilderen, wie weet schuilt er een sokkententoonstelling in.
Sokje leggen
Zakdoek leggen met een sok
Vlaggensok
je staat allemaal in een kring, en een reservesok uit de verloren voorwerpen doet dienst als sok. De sokdrager stapt buiten rond de cirkel, gaat tussen twee anderen staan en steekt de reservesok omhoog. Die twee anderen beginnen in tegenovergestelde richting rond de cirkel te lopen. Komen ze elkaar tegen, dan moeten ze van kousen wisselen. Daarna lopen ze verder. Wie het eerst de sok kan vangen, heeft gewonnen en mag zelf rond de cirkel gaan stappen.
Douanesok
Eén speler is de douane. Die draait zich om (weg van de andere spelers) en begint luidop te zeggen: Tok, tok, tok, tok, tok, tok, DOUANESOK!!! Na dit zinnetje draait hij/zij zich om naar de andere spelers.
De anderen, die op een rijtje staan, geven snel een knikker aan elkaar door. Op het moment dat de douanespeler aan het woord “Douanesok” begint, stopt degene die op dat moment de knikker heeft, die zo onopvallend én snel mogelijk in zijn/haar sok.
De douanespeler probeert nu te raden in wiens sok de knikker zich bevindt. Vindt hij/zij niets, dan wordt er van douanespeler gewisseld. Vindt hij/zij de knikker wel, dan blijft hij/zij douane.
Kim de sok
Iedere speler doet één kous uit en gaat op zoek naar een klein voorwerp (knikker, blaadje, rietje, ...) dat in die sok past. Zorg ervoor dat de anderen niet zien welk voorwerp jij in je sok hebt gestopt.
Ga in een kring zitten. Degene met de dunste sok mag beginnen. Hij/zij geeft de sok door, en iedereen krijgt de kans om er eens in te voelen. Let op! Niet stiekem kijken én nog niets zeggen. Is de sok de kring rond, dan mag ieder om beurten zeggen wat ze denken dat het is. Pas daarna wordt het voorwerp uit de sok gehaald.
Kortere versie?
- Iedereen krijgt van een andere speler één sok en moet dus maar één sok bepotelen. Daarna ga je de kring af en laat je hen zeggen wat ze denken dat erin zit. Onmiddellijk daarna wordt het voorwerp eruit gehaald.
- Voorzie zelf een beperkt aantal sokken met een aantal uitgezochte en héél verschillende voorwerpjes erin.
Doe de sok: haal de sok in jezelf naar boven
Tip: het is leuk als je dit op een nogal wild of stormachtig klassiek muziekje doet, zo’n stukje dat gewoon begint, dan stormachtig wordt en vervolgens eindigt in een rustig muziekje; of zoek drie verschillende muziekjes (één om sokken te verzamelen en recht te trekken, één voor het wilde wassen, en één om rustig in een sokkenbol te liggen); je spelers kunnen zich dan ook laten inspireren door de muziek
Eerst vertel je wat je gaat naspelen. Jij speelt de sokkenverzamelaar. Al je leden zijn vuile sokken die moegespeeld verspreid liggen over het terrein. Jij verzamelt ze en brengt ze naar de mand. Sommige sokken moet je nog buitenstebuiten trekken, anderen moet je gewoon wat uittrekken.
(De wasmand heb je ergens afgebakend: een lekker zachte mat of zo.)
Met een druk op een ingebeelde knop begint de machine (een binnenband waar iedereen in staat, of gewoon een afgebakende cirkel) te draaien, zodat de sokken eerst zachtjes worden geslingerd en vervolgens harder en harder om en rond elkaar wriemelen.
Uitgewriemeld? Dan worden de sokken weer uit de machine gehaald en in de mand gedumpt. Vervolgens legt de sokkenverzamelaar iedere sok samen met zijn of haar partnersok in een lekkere sokkenbol (je weet wel, de meest verspreide manier om sokken per paar op te bergen in de kast, zo’n beetje in elkaar gedraaid; met een stevige, langdurige knuffel kom je waarschijnlijk dicht in de buurt).