Takken

Er was eens een man die drie zonen had.

De drie jongens maakten altijd ruzie, altijd maar vechten en vechten.

Op een dag zei de vader: "Breng me zoveel takken als je kunt dragen!"

De jongens renden het bos in om takken te verzamelen en ieder van hen kwam terug met een bos takken.

"Neem nu ieder één tak", zei hun vader, "en probeer hem te breken."

"Makkelijk," zeiden de jongens en ze braken hun stokken in tweeën.

"Bind nu alle stokken met een touw samen," zei de vader, "en probeer nu de hele bos takken te breken."

Ze probeerden het om de beurt, maar de takken die afzonderlijk zo gemakkelijk gebroken konden worden, waren samengebonden zo sterk als staal.

"Zie je," zei de vader, "wat jullie met deze stokken doen, kan ook met jullie gebeuren. Wanneer je altijd voor jezelf vecht, word je eenzaam. En als je alleen bent, kun je gemakkelijk aangevallen en gebroken worden. Samen zijn jullie zo sterk als deze bos takken, samen houden we stand, afzonderlijk vallen we."

Dat geldt voor stokken, voor kinderen, voor volwassenen, voor de leden van deze groep...