4 keer B op een rij

Thema: gevoelens
Materiaal:

  • blad met 4 emoticons met de gevoelens Bang, Boos, Bedroefd, Blij 
  • groter afgedrukte emoticons op aparte bladen
  • schrijfgerief
  • eventueel een spel ‘4 op een rij’ 

Inleiding

De vier grote gevoelens die wij kennen, kunnen we in het Nederlands benoemen met een B-woord. Bang, Boos, Bedroefd, Blij. Drie keer gaat het over pijn, één keer is het plezant.

Verloop 

Geef iedereen een blad met de vier emoticons. 
Laat iedereen zich bij elk van de vier gevoelens een heel concrete situatie voor ogen halen. 
Verdeel vervolgens de groep in deelgroepjes van maximum 5 personen.
Voor elk van deze deelgroepen is er een bundeltje van vier bladen waarop elk gevoel telkens wat groter staat voorgesteld. Bij elk gevoel bespreken we een aantal vraagjes.
In de deelgroepen mag iedereen vertellen over één situatie en één gevoel.
De spelers bepalen zelf welk gevoel  en welke situatie ze ter sprake willen brengen.
Iedereen uit de deelgroep mag vragen stellen.

Vragen om het gesprek op gang te brengen:

  • Wanneer was je Boos/Bang/Bedroefd/Blij?
  • Hoe voelt Boos/Bang/Bedroefd/Blij vanbinnen?
  • Hoe zien anderen Boos/Bang/Bedroefd/Blij vanbuiten?
  • Heeft jouw gevoel te maken met de mensen die er bij betrokken zijn?
  • Hoe ben je met dat gevoel omgegaan?
  • Was er iemand bij wie je jouw gevoel kwijt kon?

Tips en variatie

  • Je kan de verschillende deelgroepjes ook álle gevoelens laten bespreken. Maar dan moet je er uiteraard meer tijd voor uittrekken.
  • Wanneer je de deelnemers hun gevoel(ens) ook nog laat verbeelden (op welke manier dan ook: rollenspel, tekening, cartoon, …), wordt het wat levendiger en kan er een toonmoment voor de hele groep op volgen.
  • Kleed deze activiteit in door een echt ‘4 op een rij’-spel in de ruimte te installeren en geef alle schijfjes de letter B. Telkens iemand ‘4 op een rij’ heeft gevormd, mag iemand over één van de vier gevoelens vertellen.