Een NatuurLeuk!e Christus-Koningviering (2004)
Een NatuurLeuk!e Christus-Koningviering (2004)
Op 21 november 2004 is het weer
zover… Christus Koning, het Chirofeest.
Heel wat Chirogroepen
maken er een speciale dag van. Alle afdelingen samen doen
spetterende spelen, er wordt samen gegeten en er wordt samen
gevierd.
In dit artikel vind je
bruikbare suggesties om de viering vorm te geven. Je kunt
natuurlijk de schuldbelijdenissen of de voorbeden ook door de
afdelingen zelf laten maken, of je kunt tijdens de viering een
opdracht geven aan alle mensen die er zijn (bvb.: laat iedereen
op een blaadje een leuk natuurmoment opschrijven en breng er een
dode tak weer mee tot leven)…
Openingstekst
Natuur? Leuk!
Het zit in je hele Chiroleven verstrengeld. Je speelt erin als je
sluipend elkaars kamp nadert, klaar om blad, steen of schaar te
voorschijn te toveren.
Je beleeft het wanneer je als speelclubber op dagtocht de hele
weg aandachtig die sprinkhaan in de gaten houdt, waar je
vanmorgen een potje met gaatjes voor kreeg.
En je wordt op je verantwoordelijkheid gewezen wanneer je
vóór het bivak dat hakkelende telefoontje naar een
Franstalige boswachter doet.
Hoe heet het ook weer? Euh? Ach ja, de natuur!
Chiro zet dit jaar de natuur in de schijnwerper en Chiro in de
natuur: NatuurLeuk!, dus.
Schuldbelijdenis
Speelclubber: Ik weet het wel, eigenlijk mogen we geen
bloemen plukken en takken afbreken, maar ik kon het echt niet
laten. Daar heb ik nu spijt van.
Rakwi: Vorig jaar tijdens een bosspel had ik geen zin om
mijn papiertjes met opdrachten mee te nemen naar de Chiro en liet
ik ze in het bos achter. Daar heb ik nu spijt
van.
Tito: Op bivak zagen we tijdens het 4-uurtje mieren
kruipen, en in plaats van ze te laten doen, vond ik het leuker ze
dood te trappen. Daar heb ik nu spijt van.
Keti: Na het modderbad waren onze kleren zo vies dat ik ze
achteraf stilletjes heb laten liggen. Daar heb ik nu spijt
van.
Aspi: Tijdens de aspidag had ik geen zin meer om de verf
nog op te ruimen. Ik heb ze dan maar snel tussen de struiken
weggegoten. Daar heb ik nu spijt van.
Leiding: Op bivak gebruikten we biologisch afbreekbare
zeep, maar omdat ik liever mijn eigen shampoo gebruikte, heb ik
de beek toch vervuild. Daar heb ik nu spijt van.
Eerste lezing: De rijke bramenplukker (vrij naar G. Bomans)
Vele jaren geleden leefde er in een groot bos een oude
bramenplukker. Op een avond klopt een ontdekkingsreiziger aan de
deur. "Vriend," zei de gehaaste man, "wat eten en een bed is
alles wat ik nodig heb. Hier heb je een goudstuk en schiet liefst
wat op want ik heb honger en slaap."
De bramenplukker liet de man binnen, gaf ham wat hij nodig had,
maar weigerde het goudstuk aan te nemen.
"Vriend," zei de man opnieuw, "nu zou ik toch eens willen weten
waarom je mijn goudstuk niet wilt aannemen. Dat is veel waard,
hoor!"
"Eenvoudig," zei de bramenplukker, "ik heb diamanten."
"Diamanten? Heb jij diamanten? Hoeveel?"
"Hoeveel? Dat kan ik niet direct zeggen. Een paar grasvelden
vol."
"Dan ben jij schatrijk", zei de reiziger.
"Dat kan best zijn", zei de bramenplukker, en hij voegde er aan
toe dat hij ook spiegels had, een paar duizend. Die wilde de
reiziger natuurlijk wel eens zien.
"Waar liggen die allemaal?" vroeg de reiziger.
"In mijn huis" antwoordde de bramenplukker.
"Dat moet dan wel een droompaleis zijn", zei de reiziger.
Dan vertelde de bramenplukker over zijn paleis. Een paleis met
zuilen, duizenden slanke kolommen huizenhoog die het gewelf van
het paleis moeten dragen.
"En dat allemaal voor één man. Dan moet je wel heel
eenzaam zijn!" zei de reiziger.
"Neen, zeker niet" zei de bramenplukker, "er is muziek, heel de
dag. en 's avonds luister ik naar solisten. Morgen moet je maar
eens luisteren. Je blijft toch wel hier slapen!"
"Niets van!" zei de reiziger. Hij spoedde zich om het aan
iedereen te gaan vertellen. Hij liep over sloten en heggen, zwom
over twee rivieren recht naar de stad en stapte daar tot boven op
het balkon van het stadhuis. Met een sterke geluidsinstallatie
riep hij heel de stad bijeen en gilde aan iedereen die het wilde
horen: "Willen jullie diamanten? Willen jullie rijk zijn? Willen
jullie dure spiegels en wonen in een paleis vol muziek? kom dan
maar mee met mij. Verlies geen tijd."
Een hele groep nieuwsgierige mensen stapte achter de reiziger
aan, recht naar het land over de velden, zwom over twee rivieren,
sprong over heggen en sloten tot bij het huisje van de
bramenplukker.
"Hier zijn we, bramenplukker", zei de reiziger, "Wij komen de
diamanten halen, samen bij jou wonen in het paleis, luisteren
naar de prachtige muziek en onszelf bewonderen in uw vele
spiegels."
"Oké," zei de bramenplukker tegen de verraste groep
mensen, "ga dan maar eerst slapen. Morgenochtend laat ik jullie
alles zien."
Heel de groep mensen sliep buiten.
Toen ochtend werd, lagen de
velden glinsterend en flikkerend onder de roze hemel en aan elke
grashalm hingen prachtige fonkelende diamanten. En als de zon
helemaal was opgegaan, veranderden ze in schitterende saffieren,
topazen en andere prachtige edelstenen. De mensen uit de stad
werden wakker en kwamen vol ongeduld naar de bramenplukker om
zijn rijkdommen te kunnen zien.
"Jullie hebben geluk. Kijk maar. Zoveel parels als vandaag liggen
er niet dikwijls."
"Maar wij zien geen parels," zei iemand “dat zijn
dauwdruppels."
"Oei, dat wist ik niet..." zei de bramenplukker.
"En waar zijn uw zuilengangen? Daar? Maar man, dat zijn rijen
bomen!"
"En de spiegels? Dat? Bramenplukker, dat zijn vijvers die het
zonlicht weerkaatsen!"
"Wij zijn bedrogen! Wij zijn bedrogen!"
"Maar ik heb jullie toch alles precies verteld zoals het is", zei
de bramenplukker. "Ik ken niets mooier dan dat. Zelfs niet in
mijn mooiste dromen!"
"Hang die man op!", riep iemand uit de groep. “Weg met die
bedrieger!"
's Avonds begon de nachtegaal zijn mooiste lied te zingen in het
bos, en een merel floot nog enkele mooie tonen. Maar er was
niemand meer die van al die mooie dingen nog kon genieten.
Niemand luisterde nog naar de vogels. Niemand zag nog al de
pracht van het bos. Want de bramenplukker was dood. De mensen
hadden zijn droom stukgemaakt...
Geloofsbelijdenis
Geloven, is dat ook niet dicht bij anderen kunnen zijn, samen
kunnen praten,
of samen ravotten in de natuur?
Is dat ook niet blij zijn dat de
andere er is?
Is dat niet in de Chiro samen zingen, samen denken, samen lachen
en samen verdrietig zijn?
Geloven, is dat niet genieten van de kleine dingen die niets
kosten? De zon die als een vuurbal ondergaat of ‘s morgens
glijbanen tovert in de nevel, een dauwdruppel op een grashalm,
door het bos lopen met alleen het geluid van je stappen,...
Eens helemaal alleen zijn in alle rust.
Geloven, is dat ook niet genieten van de prachtige wereld om ons
heen?
Tafelgebed
Kijk eens in het Baggerboek, onder het hoofdstuk
‘ruimen’…
Onze Vader: Luister naar de zonnestelsels
Luister naar de zonnestelsels, de planeten in hun baan,
Onze Vader in de hemel,
geheiligd zij uw naam, geheiligd zij uw naam.
Voel de hunker van woestijnen naar een enk’le
regenvlaag,
Uw Rijk kome, Uw Rijk kome,
geheiligd zij uw naam, geheiligd zij uw naam.
Voel de warme zonnestralen en de frisse morgendauw,
uw wil geschiede op de aarde,
geheiligd zij uw naam, geheiligd zij uw naam.
Hoor de mussen op de daken en het kraaien van een haan,
geef ons daag’lijks brood te eten,
geheiligd zij uw naam, geheiligd zij uw naam.
Kijk hoe bomen vruchten geven, ook aan wie hen heeft misdaan,
en vergeef ons onze schulden,
geheiligd zij uw naam, geheiligd zij uw naam.
Hoor het kreunen van de dieren die niet aan de slang
weerstaan,
leid ons niet in de bekoring,
geheiligd zij uw naam, geheiligd zij uw naam.
Slottekst
We zoeken een boom voor het Chiroplein
en zo ongeveer zou die boom moeten zijn:
met takken als armen, die telkens weer zwaaien,
als wij met ons groepje de straat indraaien;
heel sterke takken, die ons kunnen dragen,
als wij ons tot hoog in de top willen wagen
en buigzame takken om bogen te maken,
gewoon voor ’t plezier, niet om iemand te
raken,
en blaadjes die ’s zomers zacht liedjes
fluisteren
die we dan met z’n allen heel stil
beluisteren;
een boom om te kietelen; een boom om te
knuffelen;
een boom die we ’s winters goed in zullen
duffelen;
een boom om rondjes rond te hollen;
een boom om onder te rollebollen;
een boom als decorstuk voor vele verhalen;
als woonplaats van lachsnotters en
snatergalen.
Links