Le FRANÇais en Nederlands bij Chiro Stokkel
Le FRANÇais en Nederlands bij Chiro Stokkel
Le FRANÇais en Nederlands bij Chiro Stokkel
Chiro Stokkel is een van de tien Chirogroepen in Brussel. Je mag ze best een unieke Chirogroep noemen. De meerderheid van de leden en leiding is er namelijk Franstalig. Toch kiezen ze ervoor om Nederlands te praten. Ileana (20) en Seppe (25) bieden een inkijk in de werking van hun Chirogroep.
Door Sarah en Smooch
Dubbelpunt: Dag Ileana en Seppe. Jullie zijn een Chirogroep in Brussel. Wil dat zeggen dat een groot deel van jullie leden en leiding tweetalig is?
Ileana: Onze leidingsploeg bestaat uit acht personen, van wie er zes Frans als thuistaal hebben, maar we spreken allemaal Frans en Nederlands. We hebben een zestigtal leden en ongeveer 90% van hen heeft Frans als thuistaal.
Dubbelpunt: Worden er nog andere talen gesproken naast Frans en Nederlands
Seppe: Frans en Nederlands zijn de twee voertalen in onze Chirogroep. Soms heb je weleens broers die onderling nog een andere taal spreken, maar dat komt eigenlijk niet veel voor.
Dubbelpunt: Welke afspraken over taal maken jullie voor de Chirowerking?
Seppe: Onze communicatie is vooral in het Nederlands. Stel dat de leden iets echt niet begrijpen, dan kunnen we er weleens een woordje Frans tussen gooien.
Dubbelpunt: Vertalen leden soms de speluitleg voor elkaar?
Ileana: Dat merken we inderdaad bij leden die tweetalig zijn. Zij proberen de uitleg voor hun vrienden te vertalen naar het Frans. Wij proberen daarbij ook te helpen, maar we vragen dat ze de uitleg toch in het Nederlands proberen te geven. We gebruiken ook woorden die regelmatig terugkomen bij spelletjes. Dat maakt het voor hen gemakkelijker.
Seppe: Ja, dat zijn heel eenvoudige woorden zoals 'koekje' of spelletjes die we vaak spelen, zoals kiekeboe en potteke-stamp. We merken dat onze Franstalige leden het spelletje uiteindelijk ook zo noemen.
Dubbelpunt: In welke taal communiceren jullie met Franstalige ouders en sympathisanten?
Ileana: Als we iets belangrijks willen meedelen, proberen we het eerst in het Nederlands te zeggen. Als we beseffen dat een ouder het echt niet goed begrepen heeft, dan zeggen we het wel in de eigen taal, of dat nu Engels of Frans is. Sinds dit jaar hebben we bijvoorbeeld infomomenten voor de inschrijvingen in het begin van het jaar. De ouders mochten vragen stellen in het Nederlands, maar we schakelden over naar Frans als ze het niet begrepen.
Seppe: Ook via mail of via sociale media communiceren we in het Nederlands.
“Ook in het Frans blijven we spelletjes zoals kiekeboe bij hun Nederlandstalige naam noemen”
Dubbelpunt: Voor 1934 was er van Chiro nog geen sprake, maar wel van ‘patronaten’. Vandaag heet de Waalse tegenhanger van de Chiro nog altijd Patro. Hebben jullie soms contact met Patrogroepen?
Seppe: Nee, daar hebben we eigenlijk geen contact mee. Ik weet ook niet hoeveel Patrogroepen er bij ons in de buurt zijn.
Ileana: Ik weet dat er wel nog veel groepen van scouts, Chiro of Patro zijn in onze buurt.
Dubbelpunt: In Brussel zijn er inderdaad tien Chirogroepen, vijf Patrogroepen en heel wat andere jeugdverenigingen. Hoe is de keuze gemaakt of gegroeid om een Chirogroep te zijn en geen Patrogroep?
Seppe: In het verleden werd besloten om een Nederlandstalige Chirogroep te zijn. Een vijftigtal jaar geleden sprak de meerderheid van de mensen in Sint-Pieters-Woluwe voornamelijk Nederlands, maar dat is nu niet meer het geval. Er zijn steeds meer Franstaligen in de gemeente, waardoor wij ook steeds meer Franstalige leden hebben.
Toch blijven we ervoor kiezen om een Nederlandstalige Chirogroep te zijn. Veel ouders sturen hun kinderen naar ons om Nederlands te leren, dus het is belangrijk dat we effectief Nederlands praten met onze leden. Meestal gaan kinderen al naar een Franstalige school. Als ze dan ook nog eens naar een Patro zouden gaan, dan zouden zij dus heel weinig in contact komen met het Nederlands. Ik denk dat het daarom is dat er vooral voor de Chiro gekozen wordt.
“Tweetaligheid is soms verwarrend, maar ook verrijkend”
Dubbelpunt: Welke voordelen brengt de combinatie van Frans en Nederlands met zich mee?
Seppe: Het grootste voordeel is natuurlijk dat iedereen de Nederlandse taal spreekt of uiteindelijk leert. Dat is voor veel ouders van Franstalige kinderen interessant.
Dubbelpunt: Merken jullie dat leden een nieuwe taal makkelijk geleerd krijgen in de Chiro?
Seppe: Ja, ik had als lid twee beste vrienden die Franstalig waren. Doordat zij ‘s avonds in de tent veel Frans spraken, pikte ik de Franse taal snel op. Als je veel in contact komt met een andere taal kan je die gemakkelijker leren; volgens mij nog beter dan wanneer je gewoon Frans leert op school.
Bij de oudere afdelingen kan iedereen zowel Frans als Nederlands spreken. Als wij erbij zijn, spreken ze allemaal Nederlands, maar als we weg zijn, spreken ze soms onderling wel Frans.
Dubbelpunt: Welke uitdagingen brengt de combinatie van Frans en Nederlands met zich mee?
Seppe: De uitdaging is het grootst voor Franstaligen die de Nederlandse taal nog niet goed kennen. Dat zien we vooral bij de jongste leden.
Ileana: Ik ben leiding van de speelclubbers en daar zie ik wel dat de leden zo goed als geen Nederlands spreken. Mijn medeleiding en ik proberen onze uitleg duidelijk te maken door gebarentaal. We spreken altijd Nederlands, zodat ze de taal vaker horen en die uiteindelijk zelf beginnen te gebruiken. Het is echt niet de bedoeling dat we onze uitleg in het Frans doen.
Seppe: Als leiding moet je lange tijd goed je best doen voor de leden enkel Nederlands praten tijdens de werking. Ze schakelen snel over naar het Frans, zowel onderling als in communicatie met de leiding. Vaak komen ze met hun vrienden van school naar de Chiro en hebben ze de gewoonte om met elkaar in het Frans te praten.
Dubbelpunt: Brengen de talen kliekjes met zich mee?
Ileana: Ja, bij de speelclubbers zie je dat wel. Dan proberen wij hen te mengen als we een spel in groepjes hebben, zodat ze echt proberen om samen te babbelen. Tweetalige leden schakelen dan soms over naar Frans in plaats van Nederlands, dus dat is wel wat moeilijk.
Seppe: Bij de oudere leden zijn de groepjes redelijk gemengd. Iedereen begrijpt elkaar sowieso in beide talen.
Dubbelpunt: Zijn er soms misverstanden of grappige momenten door de tweetaligheid?
Seppe: Vorige week hebben de speelclubbers Cluedo gespeeld. Een afwezige leidster was zogezegd vermoord en de speelclubbers gingen op zoek naar de dader.
Ileana: We hadden in het begin duidelijk gezegd: “Het is een spel.” En aan het einde: “Ons verhaal is verzonnen, het is niet waar.” Voor ons was het duidelijk dat de leden het door hadden.
Seppe: Toch was er een lid dat niet goed begrepen had dat de leidster niet echt gestorven was. Ik denk dat dat door de taal kwam. De ouders stuurden achteraf een mail.
Ileana: Toen dachten we: oei! We hebben een mail teruggestuurd met de uitleg dat we Cluedo hebben gespeeld: “Het is een spel waarin we detectives zijn. Met Louise [de ‘vermoorde’ leidster, n.v.d.r.] gaat alles goed. Het was eigenlijk verzonnen.”
Seppe: En de zondag erna zijn we de leidster nog eens gaan tonen in het lokaal, dat ze nog wel leefde! (lacht)
“We moesten achteraf mailen dat we het spel Cluedo speelden, met de vermiste persoon was alles oké”
Dubbelpunt: Oh, superlief! Speelclubbers gaan ook wel echt op in je verhaal.
Seppe: Ja, da’s waar.
Bedankt, Ileana en Seppe!