Bivakbezinning 2022:
Bivakbezinning 2022:
Vuurverhalen
- Jaarthemaverhalenboek
- Verhalen uit Vonken-viering
- Het vuurvliegje ging plotseling weer aan – verhaal van Toon Tellegen
Bezinningsteksten
Zalig bivak
Bij het kampvuur onder de sterren
in het natte gras groeide een verhaal.
Héél lang geleden,
toen de zomer nog niet bestond,
was het koud en donker.
Toen trok de Chiro in koele duisternis
voor het eerst op bivak.
Spannend was het,
dag in dag uit samen op avontuur.
Lachen was het,
dag in dag uit samen elk uur.
Gezellig was het,
dag in dag uit samen rond het vuur.
Gensters vlogen als vuurvliegjes de hemel tegemoet,
kregen heimwee, bleven kijken, klitten samen
en vormden zo de zon.
Het hele jaar door dag in dag uit doet zij haar best,
maar net ietsje meer bij ons op bivak.
Dan schuift de zon wat dichterbij
om weer te ruiken, proeven, voelen
hoe zalig het is op bivak te zijn
Het vuur niet laten doven
Brandt het tempelvuur niet?
Dan is er geen licht en warmte meer in de tempel.
Voor wie het beste voor heeft met zichzelf,
maar ook met alle anderen.
Is het tempelvuur uitgedoofd?
Hoe kunnen dan de mensen zonder vuurstokjes
hun bron van licht en warmte in eigen huis nog ontsteken?
Moeten we wachten op de volgende blikseminslag?
Wachten en wachten?
Al wachtend verkleumen en doodziek worden?
Nee, dat mag nooit gebeuren.
Ik zeg het je.
Het tempelvuur moet eeuwig branden.
Intocht van symbolen van de schepping
(deze tekst is ook te gebruiken bij de aanbreng van de gaven tijdens een viering)
Wij brengen water aan.
Op vele plaatsen in de wereld
moeten ze uren ver lopen
om een beetje water te vinden,
aan een bron, een riviertje.
Het is heel kostbaar.
Het mag niet verspild worden.
Het geeft vruchtbaarheid aan het land,
de goede oogst hangt ervan af.
Het is onontbeerlijk
in streken die door ontbossing
en grote droogte zijn getroffen.
Water is leven in een woestijn
waar anders de dood heerst.
Water is bij ons overvloediger aanwezig,
maar het is bedreigd door vervuiling,
door radioactief afval en door verspilling.
Wij voegen hierbij een beetje aarde.
Het is onze bodem die gewassen kan voortbrengen,
die ertsen en energieën bevat.
Ook die aarde dreigt uitgeput te worden
door de honger naar winst
van ons vraatzuchtig Westen.
Zoveel mensen zijn afhankelijk
van wat de aarde kan voortbrengen,
het lukken of mislukken van de oogst.
Zoveel mensen kunnen goede vruchten plukken
van hun akkers.
Wij brengen brood aan,
een beetje rijst (wat maniok?),
het basisvoedsel van talloze mensen.
Daarbij denken we aan al het voedsel
dat er is om gedeeld te worden,
dat het van hand tot hand mag gaan,
niet als een product
dat geld vertegenwoordigt,
maar als iets dat mensen samenbrengt,
dat van hun inzet en
zorg voor elkaar spreekt.
Moge dat ook hier
tot teken van solidariteit worden.
Wij brengen het sap van de druiven aan
en de wijn die mensen ervan maken.
Het is de feestelijke drank van de vrede,
die koste wat het kost moet komen.
Het is het feest van verbondenheid,
dat al leeft in het hart van zovelen,
maar dat nog zo weinig
vaste voet krijgt op onze bedreigde aarde.
Het is het feestelijk samenzijn,
waarvan vooral de allerarmsten de kunst verstaan:
zich uitbundig uiten,
trots om hun menselijke waardigheid
die vaak miskend wordt.
Mogen ook wij geloven
in de droom van verbondenheid.
Mogen we
– zonder de conflicten uit de weg te gaan –
een ruim en feestelijk gevoel uitstralen,
dat aanstekelijk werkt.
Ten slotte steken wij hier het vuur aan,
dat in ons branden mag:
het vurige enthousiasme voor een nieuwe wereld,
de taaiheid en het doorzettingsvermogen
om eraan te werken,
het vuur ook van warme menselijkheid,
van liefde die ons verteert,
die ons doet gaan waar nog geen wegen gaan.
Moge ook dit samenzijn bezield zijn
door de geest van Jezus,
die vuur op aarde kwam brengen
en zo graag zag dat het oplaaide.
Doe-dingen
- Vonken – poster, zie Dubbelpunt mei/juni?
- Ga op zoek naar een tonderzwam (ook tondelzwam genoemd), aan een boom. Niet verwijderen!
- Als jullie vuur mogen maken: probeer het met vuurstenen of takjes en een touwtje, zonder lucifers.
- Maak een klein vuurtje in een vuurschaal en gooi er papiertjes in waarop iedereen kon schrijven wat er minder leuk is.