De bomen op het plein

De bomen op het plein, voor iedereen in de buurt een vertrouwd beeld. In de zomer is het heerlijk in hun schaduw, op een van de bankjes of gewoon op de grond tegen hun stam. In de winter, wanneer er een dik pak sneeuw op de takken ligt, zijn ze mooi genoeg voor een postkaart. Vele zondagnamiddagen staan ze rustig te kijken naar de spelende Chirokinderen, de andere dagen van de week staan ze gezellig te wachten tot er iemand voorbij wandelt of fietst. Eens waren alle bomen nog maar heel kleine plantjes. Ze wiegden in de wind en stoeiden met elkaar. O, wat was dat een vrolijk gedoe. Allemaal zochten ze met hun wortels in de grond naar eten en drinken en boven hun hoofd zorgde de zon dat ze het niet koud hadden en konden groeien. Op een herfstige dag, zoals vandaag, merkten ze dat ze al zoveel voedsel uit de grond hadden gehaald dat alles op raakte. Ze kregen honger en hun humeur werd grimmig. Een stevige flinke boom zei: “Wij zijn hier met te veel, enkelen zouden moeten verhuizen.” – “Nee,” antwoordde een groene kastanje, “we houden zo van deze grond, we zijn hier geboren en hier wil ik blijven!” Gelukkig waren enkele bomen zo wijs om voor te stellen alle kruinen bij elkaar te steken om een oplossing te zoeken voor de hongersnood. “Ik wil wel verhuizen naar een huis: eerst kerstboom zijn en daarna in een tuin gaan wonen,” opperde een klein dennenboompje. “Dan ga ik jullie wel erg missen,” voegde hij er met een stil stemmetje aan toe. Een oud beukenboompje (beukenbomen groeien traag) wreef even onder zijn kruin, het werd heel stil op de vergadering en toen opende hij zijn mond en sprak: “Vrienden, als we nu eens ieder jaar onze bladeren lieten vallen voor we onze winterslaap begonnen, dan zou er de komende lente nieuw voedsel zijn voor iedereen!” Iedereen juichte dat voorstel toe en sindsdien laten alle bomen hun bladeren vallen in de herfst. En kijk: in enkele jaren werden ze nu allemaal groot en sterk. “Zie je wel,” fluisterde de beuk tot de eik, “als iedereen gul is met wat je zelf hebt, dan is er genoeg voor iedereen.