Wanneer je ouders ook een postje in de Chiro hebben. Of net niet.

Wanneer je ouders ook een postje in de Chiro hebben. Of net niet.

'Op kamp heb ik mezelf ooit eens opgesloten op de wc omdat mama mee aan het honkballen was' 

 

Sommige ouders zijn er altijd als eerste bij wanneer helpende handen gevraagd worden, andere snappen dan weer niet zo goed waarom de Chiro plots zo veel tijd van hun kinderen opslorpt. Enkele profielen. 

Door Emilie en Oona 

 

DE COMPLETE CHIROFAMILIE

'Wij nemen vaak discussies mee naar huis' 

'Ik heb eigenlijk een complete Chirofamilie.  Zelf ben ik groepsleidster bij Chiro JIB Looi in Tessenderlo, mijn jongere broer is er leider, mijn mama is al ongeveer 14 jaar kookouder, mijn oudere zus Celien is een van de twee VB's, en mijn papa Walter maakt deel uit van het oudercomité en van de technische ploeg die instaat voor verbouwingen.

Als ik vergadering heb met het kookteam zit mijn mama daar uiteraard bij.  Meestal loopt dat heel goed, omdat ik tijdens de vergadering mijn mama niet als mijn mama zie maar gewoon als kookouder.  Soms zijn we het oneens over zaken, dat zijn dan discussies die we vaak meenemen naar huis.  Mijn ouders kunnen dan wel raad geven, maar uiteindelijk is het de beslissing van de leiding.  Dat gaat ook vaak over kleine dingen.  We hebben bijvoorbeeld de traditie om op kamp spaghetti te eten ‘zonder handen’.  Vorig jaar was dat gepland voor de laatste dag en sommige kookouders wilden dat de kinderen een keukenhanddoek boven hun kleren legden zodat ze niet vuil zouden zijn voor de autorit naar huis.  De leiding dacht daar anders over: “Het is Chiro, het maakt niet uit dat ze vuil naar huis gaan.”

Het is soms dus wel moeilijk voor mij om te weten of ik mijn ouders of de leiding volg.  Achteraf besefte ik wel dat de kookouders misschien toch wel gelijk hadden.  Maar soms is dat niet geval.  Het is echt afwegen per situatie.  Maar sowieso hebben mijn ouders altijd wel een invloed op mij.'

Laura

 

DE ENIGE CHIRO-ENTHOUSIASTELING

'Ze snappen niet dat ik elke zondag paraat moet staan' 

 

'Ik denk dat mijn ouders het leuker vonden toen ik nog lid was.  Ik had toen veel minder verplichtingen.  Nu moet ik elke zondag paraat staan en daar hebben ze het soms wel moeilijk mee.  Na de leidingskring op vrijdagavond moeten mijn zus en ik bijvoorbeeld om middernacht thuis zijn.  Natuurlijk vind ik dat belachelijk omdat iedereen wel lang mag blijven.  Mijn ouders beseffen niet dat het soms echt laat kan worden. 

Wij doen elk jaar winterterras op ons Chiroterrein.  Ze zouden dan durven zeggen: 'Niet te laat thuis, hé!'  Terwijl je dat natuurlijk niet zelf kunt beslissen.  Het frustreert mij vooral dat zij niet snappen dat mijn leidingsploeg een toffe bende mensen is, en dat mijn weekend veel saaier zou zijn zonder de Chiro.  Daarom ben ik soms jaloers op mijn vriendinnen, die ouders hebben die niet zagen.  Natuurlijk vinden mijn vriendinnen dat soms grappig en hebben ze medelijden, maar uiteindelijk valt dat gezaag wel mee.  Soms kan het gewoon een beetje lastig zijn!'

Fien 

 

DE MAMA ALS VB

'Ik heb samen met mijn mama 'Ik heb nog nooit' gespeeld' 

 

'Van het tweede leerjaar tot en met vorig jaar was ik eerst lid en dan leidster bij Chiro Heilig-Hart in Lier.  Toen ik tiptien was, is mijn mama VB geworden, en dat is ze nu nog altijd.  Toen ik leiding werd, heb ik tegen mama gezegd dat ze gerust VB mocht blijven maar dat ik in de Chiro gewoon leiding was, zoals alle anderen.  En de andere leiding zag dat ook wel zo.

Als lid heb ik het veel moeilijker gehad, toen had ik echt het gevoel dat ik begrensd werd.  Ik vond het toen écht niet tof dat mama meeging op kamp.  Toen ik vijftien jaar was, heb ik mij na de platte rust zelfs één keer opgesloten op de wc omdat mama mee was beginnen honkballen.  Ik vond dat zo erg! 

Als leiding was het eigenlijk vooral gemakkelijk.  Op de vergaderingen wisten we meestal wel van elkaar wat we gingen zeggen omdat er thuis over gesproken werd.  Doordat we elkaars standpunten kenden, merkte ik wel dat we elkaar beter konden verdedigen of op een minder harde manier konden bekritiseren.  Als dochter van de VB stond ik ook tussen de leiding en de VB's, en kon ik frustraties langs beide kanten relativeren.  Maar aan de andere kant stoorde ik mij wel aan zaken waar ik me bij een andere VB niet aan zou storen, bijvoorbeeld wanneer mama een mopje maakte.  Dan dacht ik: doe niet belachelijk. 

Op leefweek, twee of drie jaar geleden, hebben we 'ik heb nog nooit' gespeeld met de meisjes.  Mama kwam toen eens kijken wat we aan het doen waren.  Ik vond het wat raar dat ze erbij zou komen zitten, want je komt nogal veel over elkaar te weten.  Maar mama is er uiteindelijk toch bij komen zitten en zo heb ik samen met haar 'ik heb nog nooit' gespeeld.'

Cato