Vele kleintjes maken één grote ... sjorring

Vele kleintjes maken één grote ... sjorring

Om een mooie sjorconstructie neer te zetten, is niet veel nodig. Een tribune, een afdak, bankjes of een vlaggenmast: er zijn een heleboel mogelijkheden die je kan opbouwen met enkel driepikkels, kruissjorringen en natuurlijk wat creativiteit.

 

Zo doe je dat!

Driepikkel

Start


Voor je begint, leg je de palen naast elkaar. Bij een normale 'pikkel' liggen alle onderzijden netjes naast elkaar. Het is handig een hulpbalkje eronder te leggen zodat je meer plaats hebt om je sjorringen te leggen. Het is praktisch om een takje tussen de balken te steken om iets meer ruimte te maken voor de woelingen. Begin met een timmermanssteek rond een van de buiten-ste palen te leggen.

Windingen


Sla vervolgens het touw afwisselend over en onder de balken heen en werk 'naar boven toe'. Dat is het gemakkelijkst, omdat je het touw dan tussen de balken kunt leggen. Leg rond iedere balk drie tot vier slagen.

Woelingen


Begin daarna te woelen en leg de slagen mooi naast elkaar tot er tussen de balken geen plaats meer is om nog een woeling bij te leggen. Er is dus geen vast aantal woelingen bij deze sjorring. Doe dat tussen alle palen.

Beëindig de sjorring met een mastworp op een buitenste paal en vermijd daarbij de paal waarop je bent begonnen. Bind de ‘dode eindjes’ van de mastworpen af.

En dan: rechtzetten! Bij de driepikkel is het belangrijk dat je eerst de twee buitenste balken kruist voor je hem rechtzet, heel belangrijk zelfs. Anders is die niet stevig.


Kruissjorring


Deze sjorring gebruik je om twee palen met elkaar te verbinden die niet meer van stand moeten veranderen. Als deze sjorring goed gelegd wordt, kan hij veel kracht opvangen.

 

Start


Begin met een timmermanssteek die je rond de steunbalk en juist onder de dwarsbalk legt. Let daarbij op het touw dat recht uit de lus moet komen. Sjor op de balk onder waar de kracht vandaan zal komen. Bijvoorbeeld: voor een bank waar je op gaat zitten, komt de kracht van boven. Dan beginnen we met de knoop onder de balk die je gaat vastsjorren.

 

Windingen


Draai het touw drie à vier keer rond beide balken: breng het touw over de dwarsbalk, achter de steunbalk, over de dwarsbalk, enzovoort. Leg hierbij elke slag netjes naast de vorige (dat is de basis voor een stevige sjorring). Leg de windingen naar buiten toe op de steunbalk (op de balk van de startknoop), naar binnen toe op de dwarsbalk. Zo vormen de windingen op de kruising een mooi geheel. Touwen die elkaar kruisen, zullen later gemakkelijker doorbreken door het schuren van de woeling.

 

Woelingen


Bij het woelen draai je het touw rond de sjorring, dwars op de windingen, tussen de balken in. Trek het touw strak aan. Dat doe je drie of vier keer, net zoveel woelingen als slagen. Meer is niet nodig want dan trek je de eerste woelingen weer los. Let erop dat je het touw altijd aangespannen houdt zodat je de spanning niet verliest. Gebruik voor het aanspannen een woelstokje.

 

Einde


Om de kruissjorring te beëindigen, leg je een mastworp op de dwarsbalk (de andere balk dan die van de startknoop), zo dicht mogelijk tegen de sjorring aan en aan de binnenzijde. Laat iemand de spanning van de woelingen vasthouden (vinger erop) terwijl je de mastworp legt. Bind de ‘dode eindjes’ van de mastworpen af.
 

Nog meer sjorinspiratie?


Vind de sjorfiches gemaakt door de Avonturiers van Samen Doen!

Hoor je het in Keulen donderen?
Leer de basics van sjorren met Vlam.

 

Enkele voorbeelden


Wat kan je maken met deze twee technieken?

Opgelet: bij een kruissjorring is het belangrijk dat je de constructies altijd met driehoeken maakt. Vierkanten kunnen in elkaar klappen.