Waterballon-gooispel
Elke ploeg krijgt 20 waterballonnen die overgebracht moeten worden.
Van elke ploeg staan 2 spelers met hun aangezicht naar elkaar. Ze houden elkaars handen vast en hebben een plank tussen elkaars borst. In deze plank zijn twee gaatjes van ongeveer 2 cm doorsnede. Op elk gaatje staat telkens een waterballon (opdat de waterballonnen tijdens het lopen zouden blijven staan).
Met de plank tussen hun borst (en elkaars handen vasthoudend) lopen ze ongeveer 30 meter tot aan een lijn.
Vervolgens nemen ze de plank vast en gooien de waterballonnen met de hand (een voor een) naar 2 ploeggenoten die 5m verder achter een lijn staan. De plank mag niet zakken. Is ze gezakt, dan mag ze wel eerst terug op z'n plaats gezet worden (= borsthoogte).
Wie krijgt er z'n 20 waterballonnen zo snel mogelijk over, en wie heeft er dan nog de meeste hele in z'n bezit?
Groepen: 1
Intensiteit: 2
Leeftijd: van 6 tot 99 jaaar
Spelers: van 1 tot 99
Soort: pleinspelen
Terrein: binnen , buiten
Thema's: andere