Legertraining

CONCEPT: iedereen kiest een ander soort plastieken soldaatje. Bij elk soldaatje hoort een spel. De verantwoordelijke voor het soldaatje is ook verantwoordelijke voor het slagen van de opdracht. (Indien de opdracht slaagt wordt de verantwoordelijke beloond. Bv. met medaille) SPEL: Twaalf verschillende legermannetjes, eventueel geeft je hun de plastiekenfiguurtjes om uit te kiezen (als beloning) 1)operator (communicatiespecialist)- soldaatje met telefoon 2)uitkijkpost- soldaatje met verrekijker 3)Granaatwerper 4)Sluiper 5)Bazookaman 6)Vlammenwerper 7)Ontmijner 8)Zittende mitraieur 9)Staande mitraieur 10)Bajonet man 11)Loop man - soldaatje dat in de loop een gewoon geweer vasthoudt 12)Zittend geweer Voorbeeld van opdrachten bij elke functie: 1) zin door vertellen (voor de zin mag worden doorgezegd, duw je het hoofd van je buurman/vrouw onder water) 2) tunnelzichtspel (tikker met duikbril die wordt afgeplakt zodat je enkel recht voor jou kunt kijken.) 3) kogelstoten 4) Sluipen onder net (eventueel in estafettevorm waarbij voorwerp moet worden doorgegeven) 5) -Bowling -Omverwerpen van opeengestapelde dozen 6) brandblussertje: hierbij staat iedereen op een rij met zijn gezicht in de zelfde richting. De achterste geeft een gevulde emmer door onder de benen van diegene voor hem. Deze geeft vervolgens boven het hoofd door,… dit zonder om te kijken. De laatste loopt naar voor en sluit vooraan aan. Zo word een bepaalde afstand afgelegd. 7) Ontmijnspel: er wordt op de grond een tabel getekend van 3 op 6 (of groter ngl het aantal spelers). Op elke rij liggen twee mijnen en één veilige plaats. De eerste speler zet een stap. Is het een mijn dan blijft hij staan, is het veilig dan mag hij doorgaan. (de leiding heeft vooraf een veilige weg uitgestippeld). Wanneer één persoon tot stilstand is gebracht, vertrekt de volgende en deze raakt normaal iets verder dan de vorige. De ontmijning is gelukt als minstens één iemand de overkant veilig bereikt 8) hindernissen parcours: één iemand probeert zo snel mogelijk afwisselend over en onder balken te gaan. De andere leden staan op een voldoende lange afstand. Zij werpen met ballen of sponzen naar de persoon die de hindernissen neemt (mitrailleurs). Als de persoon is geraakt worden strafseconden aangerekend. 9) Iemand duwt al sluipend een bal voort met zijn hoofd. Als hij niet plat genoeg over de grond sluipt, mogen de anderen hem porren met een stok (de stok=het bajonet) 10) - paint-ball (met pvc-buisjes en verfproppen uit toiletpapier) - Het omver werpen van blikken die naast elkaar opgesteld staan 11) schietstand: met bolletjesgeweer of blaaspijpen schieten naar playmobil mannetjes.(OPGEPAST VOOR DE VEILIGHEID!!!)

Variaties

Opmerkingen: de opdrachten kunnen worden aangepast naargelang de leeftijd van de leden waarmee het spel wordt gespeeld.

Opmerkingen

uitgetest op speelcubbers op een dag dat ik alleen in leiding stond. Doordat zij zelf verantwoordelijkheid kregen deden ze allemaal zeer goed mee. Het gaat hem hier vooral om het actief, goed meedoen met de verschillende spelen en niet zozeer over het winnen. Hoewel het willen winnen natuurlijk deel kan uitmaken van het goed meedoen aan het spel. Het spel was in ieder geval zeer goed geslaagd en een echte aanrader…

van Joeri Van Mulders, 0J/3118, Chiro-St Stefaan Moorsel