Sound of music
1. Iedereen loopt kris-kras door elkaar. Tracht stilaan allemaal in gelijke kadans te komen en deze kadans te versnellen en te vertragen. Het komt erop aan de groep aan te voelen. Er mag er niet gesproken worden. 2. Iedereen zet zich in een ruime cirkel en plaatst zich in de richting van de wijzers van de klok. Iemand telt op looppastempo 8 tellen voor waarna iedereen begint te stappen (linkervoet eerst!). Op tel 1 geef je een stamp met de linkervoet, op tel 5 klap je stevig in je handen en op tel 8 geeft iedereen een korte kreet. Experimenteer met eigen variaties (bewegingen, gebaren, kreten, tempo,?). 3. We staan in een kring en geven een handklap door (iedereen om beurt geeft een handklap, de kring rond). Tracht in de maat te blijven, begin traag en voer langzaam het tempo op. 4. Iedereen van de groep krijgt een bepaalde toonhoogte en zet zich in volgorde van laag naar hoog (we zingen 'noe' op de toonhoogte). Oefen de toonladder door enkele malen het rijtje af te gaan. 1 iemand is dirigent en tracht door personen aan te duiden (die daarop hun toon te berde brengen) een lied te bekomen. Degene die kan raden over welk lied het gaat wordt de volgende dirigent. 5. Kimspel: 1 persoon verwijdert zich uit de groep; de anderen spreken een omgeving af waarvan ze een klankdecor creëren (vb. zee, kermis, station, winkelstraat?). De buitenstaander van dienst moet dan aan de hand van de klanken de omgeving raden. 6. Levend drumstel (in kleinere groepjes): verdeel de taken: basdrum, snaartrommel, cymbaal, hi-hat? (dat zijn die twee deksels die met behulp van een pedaal bediend worden). Deze worden met de stem nagebootst. De basdrum start met een constant ritme (niet te snel). De anderen vallen 1 voor 1 in. Probeer een aantal variaties uit. Vervang vervolgens de 'stem'-klank door een 'lijf'-klank (slag op bil, vingerknip?). Op deze manier heb je weer je mond vrij en kan je gaan 'rappen' terwijl het ritme blijft lopen: duik in uw portefeuille en haal alles boven waar tekst op staat (winkellijstjes, identiteitskaart, klantenkaart?). Probeer de tekst op het ritme te zetten. Brei de leuke stukjes aan elkaar en maak er een toonmomentje van. De activiteiten bouwen op in moeilijkheidsgraad. Het is best bovenstaande volgorde na te leven. Wanneer de leefgroep een bepaalde activiteit graag herhaalt of daarop eigen variaties wil aanbrengen, kan dit natuurlijk !
Opmerkingen
Met dank aan de Dienst Artistieke Activiteiten