Ruige spelen
1. Trechter Iedereen begint aan de meet. In het midden van het veld ligt een fietsband. Wanneer het startsignaal gegeven is, moet iedereen zo snel mogelijk door de fietsband en naar de andere kant van het plein. De laatste valt af. 2. Zandloper Deel de groep op in twee ploegen. De ploegen gaan tegenover elkaar staan, in het midden van het veld ligt een fietsband. Bij het startsignaal moet de hele ploeg door de fietsband en naar de andere zijde van het veld gaan. Wie het laatst door de fietsband is, valt af. 3. Robin Hood Er worden twee ploegen gemaakt. Ieder ploeg kiest iemand die Robin hood is. Wanneer het startsein gegeven is, moet je de Robin Hood van de andere ploeg zoeken. Dat doe je door iemand van de andere ploeg tot in je kamp te krijgen en hem op de 'stoel van de waarheid' te zetten. Hij moet nu eerlijk zeggen of hij Robin Hood is. Dat doe je tot je de Robin Hood van de andere ploeg op je stoel hebt. 4. Ballon spel Iedereen ligt plat op zijn buik op de grond. Twee vrijwilligers lopen rondjes over de benen van de rest. Wanneer er gefloten wordt, moeten ze op de persoon gaan liggen die het dichtste bij ligt. Wie nu onderaan ligt, moet proberen om de ballon ( die in het midden van de cirkel is gegooid) te pakken te krijgen. De verliezer van het gevecht ( de bovenste van het koppel die de ballon heeft kunnen pakken, en de onderste van het andere koppel) moeten nu lopen. 5. Droge-woestijnfles Maak in een lege, plastieken fles een aantal gatjes en vul de fles met water. Dat is je rugbybal. Aan beide kanten van het terrein (bij voorkeur een grasveld) staat een emmer, dat zijn de Twee doelen. Speel rugby met de fles met gaatjes in. De ploeg die op het einde het meest water in z'n emmer heeft, is gewonnen. 6. Minute-maidvoetbal Dit speel je best in een bosrijke omgeving. Neem een leeg fruitsapkarton en gebruik dat als bal. De doelen maak je uit fietsbanden, die zo in de bomen worden gehangen dat er ruimte is om door de banden heen te scoren. Je hebt twee doelen per ploeg. Verdeel je leden in twee ploegen. Gebruik de gewone voetbalregels. 7. Pestertje Iedereen krijgt een stuk touw. Enkele pakkers staan in het midden met een fietsband waarmee ze de overlopers trachten te vangen. Wie gepakt is, moet met de voeten aan elkaar gebonden verder aan de overkant trachten te geraken. Maar de mensen met de fietsband in het midden mogen ook diegenen, die met de voeten aan elkaar gebonden zijn, oppakken en terug aan het beginpunt zetten. Wie aan de overkant geraakt, krijgt ook een fietsband en wordt mee tikker. 8. Chinese stoeltennis De spelers liggen op hun buik op een stoel. De stoelen staan in een kring. Een tennisbal wordt doorgegooid met de handen. Ieder verdedigt zijn eigen stoel en tracht de tennisbal tussen de poten van de andere stoelen te krijgen.
Hou de veiligheid extra in het oog bij het spelen van dit spel!
van Catherine verschueren, bm/0209, Chiromeisjes klaas, steenhuffel
Groepen: 1
Intensiteit: 5
Leeftijd: van 14 tot 99 jaaar
Spelers: van 6 tot 99
Soort: pleinspelen
Terrein: grasveld
Thema's: andere