Vuurtje stoken

De herfst zorgt nog voor enkele mooie dagen.Fris weer.Ideaal voor een tocht.’s Namiddags vertrekken en ’s avonds je eigen potje koken.Zo creëer je een speciaal sfeertje in de groep.Stippel een tocht uit.In Speels Aktief I vind je zeker nieuwe ideetjes.Hier beperken we ons tot het culinaire aspect, de gevaren die er op de loer liggen en hoe je die kan uitschakelen.


VOORAF

Vuur heeft een magische aantrekkingskracht.Heb je ook zin om na een tocht een vuurtje te maken?Om je te verwarmen je eten koken of gewoon voor de gezelligheid.Toch halen heel wat mensen de wenkbrauwen op wanneer je een vuurtje wil stoken in de vrije natuur.Zij hebben schrik voor bos- of heidebranden.Hun schrik is niet onterecht.Elk houtvuur verspreidt gensters die een brand kunnen veroorzaken.Ook jouw vuurtje.Daarom vragen we elke afdeling verantwoord om te gaan met het vuur.

Een vuurtje stoken kan iedereen.Daar is geen kunst aan.Een vuurtje stoken met respect voor de natuur dat is heel wat anders.Je moet een aantal dingen in het oog houden.Niet altijd gemakkelijk!Wel boeiend!


DE PLAATS VAN HET VUUR

Ø Niet elke plaats is geschikt om een vuur aan te leggen.Aandachtspunten bij het kiezen van de concrete plaats: Kies je stookplaats zo dat ‘wind-mee’ er zich geen (naald-)bos of heideveld bevindt.De wind zou immers gensters naar het droge bos of de heide kunnen meevoeren met een heuse bos- of heidebrand als gevolg.

Ø Stook om dezelfde reden ook geen vuur onder een boom met laaghangende takken of in de onmiddellijke omgeving van een stapel hout.Blijf minstens 5 m verwijderd van allerlei houtstapels of bomen.Deze redenering geldt ook voor je tent of een hooiberg.Leg nooit een vuur aan zodat je tent ‘wind-mee’ staat.De gensters zouden je tentzeil wel eens in een zeef kunnen veranderen.

Ø Kies nadat je rekening hebt gehouden met de eerste voorwaarde je stookplaats zodanig dat je enigszins van de wind wordt afgeschermd door een bosje struiken, een groepje bomen of een rotsblok.Een te sterke wind dooft immers je prille vuur.

Ø Stoken op een humusrijke ondergrond zoals in de venen houdt ook gevaren in.Het vuur kan zonder dat jij het merkt zich ondergronds uitbreiden en dagenlang blijven branden om plots de kop op te steken en een hele streek in een vuurzee te herscheppen.Kies een andere plaats om je vuurtje te stoken.De volgende plaatsen lijken ons geschikt als stookplaatsen: een droge bedding van een beek, een beschutte plek tussen rotsen, een kale zandplaat tussen begroeid landschap in, of een strandje.Een vuurtje op een zandige of aarden bodem lijkt het veiligst.

Ø Eenmaal de stookplaats gekozen kan je aan de slag om deze plek klaar te maken voor het houtvuur.Is de ondergrond droog verwijder dan de afgevallen bladeren, dorre takjes, dennenappels, droog gras enzovoort …Voor heidegrond raden we je aan, de zoden af te steken zodat je kan stoken op de onderliggende brandvrije zandplaat.Is de ondergrond nat of modderig dan kan je met keien een grondlaag maken die het vuur scheidt van de natte bodem.

Ø Gebruik in een vuur nooit keien die je uit de beek of rivier hebt gehaald.Deze keizen zijn mogelijk doordrenkt met water.Door de hitte van het vuur kunnen deze keien uit elkaar spatten en veranderen in gevaarlijke projectielen.


HET VUUR AANMAKEN

Hiervoor heb je een warmtebron (bv lucifers) en aanmaakmateriaal nodig.Als aanmaakmateriaal kan je alles gebruiken wat droog is en gemakkelijk ontbrandt.Dennennaalden, harsballetjes, droog gras, hooi, droge bladeren, kleine veertjes, een oud vogelnest, pluizen van distels, …Natte voorwerpen zijn waardeloos als aanmaakmateriaal!

Wil je bij slecht weer ook een vuurtje kunnen stoken, verzamel dan vooraf een voorraad aanmaakmateriaal.Je kan ook zelf aanmaakmaterialen maken: De zogenaamde vuurmakers of tondels.


Tondels kan je op verschillende manieren maken:

Schroeien van stukjes textiel

Neem een stukje textiel (geen kunstvezels maar bijvoorbeeld katoen), stop dit in een metalen doosje.Sluit dit doosje af en zet het op een vuur.Na een vijftal minuten is het textiel verschroeid.Verpak deze tondel waterdicht en neem ze mee op tocht.Bij de geringste vonk zal dit stukje verschroeid textiel ontbranden.


Toiletpapier

Neem een stukje toiletpapier van ongeveer 1 m lang en vouw dit tot een pakje van 4 bij 4 cm.Wikkel er ruim katoendraad omheen.Knoop het einde vast en zorg voor een restje als lont.Dompel het geheel in vloeibaar kaarsvet, paraffine of entwas (kaarsvet of paraffine kan je vloeibaar maken door ze in een pot te steken en deze pot ‘au bain marie’ in een grotere ketel te verwarmen).Laat het geheel afkoelen en je tondel is klaar.Onder alle omstandigheden brandt deze tondel een 10-tal minuten.


Eierdozen

Vul elke holte van de eierdoos met brandbare materialen zoals hierboven aangehaald.Overgiet het geheel met kaarsvet.Wanneer je een tondel nodig hebt breek je telkens een deel van de eierdoos af.


Krantenpapier

Plooi een krantenvel op tot een strook van 3 cm breed.Doop deze reep in kaarsvet en laat hem drogen.Wanneer je een tondel nodig hebt scheur je telkens een deel van deze strook.

Op je brandend aanmaakmateriaal kan je niet koken.Je vuur moet nog groeien.Om de grotere takken te laten ontvlammen bouw je als tussenstap boven je aanmaakmateriaal of tondel een teepeevuurtje.Dit vuurtje bekom je door dunne takjes schuin tegen elkaar in de vorm van een Indiaanse wigwam boven je tondel of ander aanmaakmateriaal te leggen.De opening van je wigwam richt je naar de windzijde zodat de wind nog extra zuurstof toelevert.Eenmaal je teepeevuurtje ontstoken is kan je steeds grotere takken op je vuur leggen.


HET VUUR ONDERHOUDEN

Ø Als het vuur aan is moet je het onderhouden.Anders dooft je vuur.De hoeveelheid hout die je nodig hebt hangt af van de doelstelling van je vuur.Voor een kookvuur heb je weinig hout nodig.Wanneer je echter je klederen wil drogen is heel wat meer hout nodig.Leg echter nooit een groot vuur aan.Een klein vuur volstaat zowel om je klederen te drogen als om te koken.Het aanleggen van een groot vuur houdt te veel risico’s in voor een bos- of heidebrand.

Ø Om je vuur te onderhouden kan je sprokkelhout verzamelen dat in de buurt op de grond te vinden is.Dode takken op de grond kunnen vochtig zijn.De onderste dode takken van bomen werden door de wind gedroogd en branden daarom beter.Het nadeel van droog dood hout is dat het snel opbrandt.Voorzie dus een zekere hoeveelheid.Laat je vuur nooit alleen.Het risico is te groot dat het vuur zich ongecontroleerd uitbreidt.Zorg daarom dat voldoende brandhout klaarligt voordat je het aanmaakmateriaal ontsteekt.

Ø Sommige houtsoorten branden beter dan andere.Zo brandt hout van naaldbomen goed, zelfs wanneer het wat vochtig is.Het nadeel van naaldhout is dat het snel opbrandt.Het hout van een eik of een beuk brandt daarentegen veel langer en is daarom beter geschikt als brandstof voor een vuur waarrond je je klederen wil drogen.Dit hout kan wel hevig vonken waardoor het een gevaar voor de omgeving kan zijn.Andere houtsoorten die goed branden en veel warmte afgeven zijn hout van een berk, esdoorn, haagbeuk, hulst, haagdoorn en ahorn.Esdoorn kan in het vuur exploderen.Minder geschikt voor het koken of het drogen van de klederen zijn het hout van een kastanjelaar, linde, vliet, wilg, populier en iep.Deze boomsoorten branden wel maar geven niet zo veel warmte af.Je kan dit hout wel gebruiken als je een kampvuur voor de gezelligheid ontsteekt.

Ø Giet nooit benzine op een brandend vuur.Voordat je het weet en voordat je kunt reageren slaat de vlam in de benzinetank en deze ontploft.Met gegarandeerd brandwonden als resultaat.Een ander gevaar is dat je vuur door de benzine zo sterk oplaait dat je de controle over je vuur verliest met alle gevolgen vandien.


SOORTEN VUREN

Elk vuur begint met een teepeevuurtje.Afhankelijk van de functie van je vuur bouw je het teepeevuurtje op een andere manier uit.


Een Jagersvuur

Wil je een kookvuur en je hebt enkel potten zonder hengsels bij dan kan je best een jagersvuur aanmaken.Neem hiervoor twee grote vlakke keien (niet uit de beek) en leg ze voldoende dicht bij elkaar zodat je kookpot net over de rand van de twee keien ligt en het teepeevuurtje ertussenin.Eenmaal je teepeevuurtje brandt breng je er brandhout bovenop aan.


Een Kuilvuur

Indien je een vuur aanlegt met de bedoeling erop te komen en er staat veel wind dan leg je beter een kuilvuur of een Dakota-vuur aan.Graaf een kleine kuil of steek enkele graszoden aan.Leg enkele keien op de bodem en langs de wanden van de put.Maak je vuur bovenop deze keien.Je kuilvuur is klaar.

De kuil houdt de wind buiten en de keien houden de warmte extra lang vast.


Een Grillvuur

Wanneer je iets wil roosteren kan je een grillvuur aanleggen.Leg een vuur aan in een langwerpige greppel, bijvoorbeeld in een droge beekbedding.Aan het uiteinde van het vuur sla je twee vorkstokken in de bodem.Je prikt je voedsel op een spies en laat deze spies rusten op de twee vorkstokken.Draai regelmatig de spies om je voedsel gelijkmatig te roosteren.


Een Dakota-vuur

Een Dakota-vuur is een variante op het kuilvuur.Graaf echter een eerste vierkante kuil waarvan de zijde net iets kleiner is dan de diameter van je kookpot.Graaf vervolgens op 20 cm afstand een tweede evengrote kuil.Met een lepel of een klein schopje graaf je vervolgens een ondergrondse tunnel die beide kuilen verbindt.Maak je vuur aan in de eerste kuil en plaats je kookpot er zo bovenop dat er in de hoeken van je kuil nog een beetje ruimte overblijft tussen je kookpot en de hoek van je kuil.

Je moet niet bang zijn dat je vuur zal doven wegens een gebrek aan zuurstof.Het vuur zuigt immers de nodige zuurstof langs de ondergrondse tunnel die je voordien hebt gegraven.De opstijgende warme lucht uit de kuil zuigt namelijk de koude lucht van de andere kuil aan.


Een Pagodevuur

Een andere methode is het pagodevuur.Eenmaal je aanmaakmateriaal brandt stapel je hierboven het brandhout in vierkantvorm zoals een piramide.Door de constructie in de vorm van een piramide kan de lucht gemakkelijk aan het vuur.Dit type-vuur geeft dan ook veel warmte maar verbruikt veel brandhout.Om te vermijden dat de takken of stammetjes gaan rollen kan je ze even inkepen op de plaatsen waar ze op elkaar liggen.



KOKEN OP HOUTVUUR

Om iets te koken in een kookpot kies je best een kuil- of een Dakota-vuur.Als je kookpotten met hengsels bezit kan je een zwerftochtvuur aanleggen.Een grillvuur is geschikt om iets te roosteren.

Welk type-vuur je ook aanlegt wacht met koken tot er zich een roodgloeiende laag houtskool heeft gevormd.Roodgloeiende houtskool ontwikkelt ook een beter warmterendement.Bovendien zal je voedsel niet smoren in de rook van de oplaaiende vlammen.



RECEPTEN VOOR KOKEN ZONDER KOOKPOTTEN

Aardappel in de schil

Het meest eenvoudige recept is een halfgrote aardappel inpakken in een vel aluminiumfolie en deze gedurende dertig minuten in de hete as van je houtvuur leggen.Vergeet niet hem af en toe te draaien zodat hij niet verbrandt.


Gevulde Aardappel

Snij een halfgrote aardappel middendoor en hol hem tamelijk goed uit, dan kan je hem opvullen met gehakt.Voeg wat kruiden toe om het geheel op smaak te brengen, pak het geheel in aluminiumfolie in en begraaf dit pakketje in de hete as van je kuil- of Dakota-vuur tot je gevulde aardappel gaar is.Dit duurt ongeveer 20 à 30 minuten.Opdienen met een klontje boter.Met het uitgeholde gedeelte kan je nog wat experimenteren in je gamel.Voeg voldoende boter of water toe, wat peper en zout.Zo gaat er niets verloren.


Maak je eigen brochettes

Snij een groene twijg af (een vinger dik) en ontdoe ze van haar schors.Maak vooraan een punt zodanig dat je er gemakkelijk stukjes spek, champignons, kip, paprika, appel, ananas, ajuin, worst, … kan aantijgen.Je kan evenzeer een spies gebruiken die je van thuis meebracht in je rugzak.Dit is milieuvriendelijker dan het afsnijden van een twijg.Bak de brochettes boven de as van een grillvuur en draai de spies regelmatig.


Gebakken ei zonder pan

Zoek een platte steen.Gebruik geen poreuze steen of een steen uit een beek.Door de warmte van het vuur kan hij weleens uit elkaar spatten.Begraaf de steen in de hete as van een kuil- of Dakota-vuur.Wanneer deze heet genoeg is (een druppel water op de steen zal sissen) verwijder je de as met een doek (opgepast voor verbrande vingers!) en je legt de steen op de grond.Je bakplaat is klaar.Niet alleen eieren maar ook worstjes, spek, … kunnen zo worden gebakken of opgewarmd.


Pizza

Meng een hoeveelheid (zelfrijzende) bloem met water of melk in de verhouding van 1 dl water/melk op 200 g bloem.Je kan eventueel een weinig boter of olie toevoegen evenals een snuifje zout en suiker.Kneed dit zolang tot het deeg niet meer aan je handen kleeft.Wanneer dit na een tijdje nog niet het geval is kan je het probleempje oplossen door wat bloem toe te voegen.Rol een homp deeg uit op een stuk aluminiumfolie dat je eerst met wat bloem bestrooide.Je kan ofwel dit deeg eerst voorbakken op hete as of in een veldoven (ca 15 minuten), het daarna voorzien van de nodige ingrediënten en vervolgens terugplaatsen op de as of in de oven.Je kan het deeg ook wat groter uitrollen, op een helft de ingrediënten doen en het dan dichtplooien en in een keer doorbakken op je vuur.Als ingrediënten kan je gebruiken: Tomaten, ei, champignons, paprika, spek, kaas, prei, … en niet te vergeten: De provençaalse kruiden.Draai de pizza regelmatig om zodat hij niet kan aanbakken.Klinkt je pizza hol als je er met een stokje op slaat dan is hij klaar.


Cowboydiner

Ingrediënten: 1 aardappel, ½ paprika, 4 schijfjes spek, 1 ui, ca 50 g gehakt (portie per persoon).Leg op een vel aluminiumfolie (20 cm x 20 cm) 2 schijfjes spek.Hierop leg je wat stukjes paprika en ui: Hierbovenop wat schijfjes aardappel, het gehakt, nog wat ui en de rest van de aardappelen en nog wat paprika.Bedek het geheel met de laatste 2 schijfjes spek en wikkel de folie dicht.Laat elke kant ongeveer 15 minuten bakken in een pan op je kookstelletje of op de hete as van een houtvuur.


Het is duidelijk dat je de bovenstaande menu-ideetjes veelal ook in een pan kan klaarmaken in plaats van gebruik te maken van aluminiumfolie die je ingraaft in de hete houtskool.Het voordeel van het gebruik van een pan is dat je het menu ook kan klaarmaken op een kookstelletje, wat toch milieuvriendelijker is dan een houtvuur.


VEILIGHEID

Wanneer je een vuurtje maakt neem je zekere risico’s.Een vuur in de natuur maken houdt immers een aantal gevaren in.De voornaamste zijn een uitslaande brand, brandwonden en rookvergiftiging.Hieronder sommen we enkele aandachtspunten op om deze gevaren zoveel mogelijk te beperken.


Vermijd een uitslaande brand

Ø Ontsteek nooit een vuur in de buurt van snel ontvlambaar materiaal.

Ø Ontsteek geen vuur wanneer er een krachtige wind waait of wanneer er een onweer dreigt of effectief wordt.

Ø Laat nooit ofte nimmer een brandend houtvuur onbewaakt achter.Ook geen uitdovend vuurtje.

Ø Houd steeds water bij de hand om te kunnen blussen indien nodig.

Ø Verwittig zo snel mogelijk de hulpdiensten wanneer je je vuur niet meer onder controle hebt.


Vermijd brandwonden

Ø Blijf op voldoende afstand van het vuur.

Ø Gebruik een stok om iets uit het vuur te halen.

Ø Laat het voedsel minstens 5 minuten afkoelen vooraleer je het uit de aluminiumfolie haalt.


Vermijd rookvergiftiging

Ø Ga niet ‘wind-mee’ zitten.

Ø Indien je toch in de rook zit houd je dan zo laag mogelijk.De warmere lucht van de rook stijgt immers.

Ø Water is de belangrijkste vijand van een vuur.Doof daarom elk vuur met een grote hoeveelheid water.Doof enkel je vuur met zand wanneer je echt geen water voorhanden hebt.Na het doven plant je de eventueel uitgestoken graszoden opnieuw op hun plaats en je overgiet deze ook met water.

Ø Tevens begraaf je de natte houtskool zodat alle sporen van je vuur worden uitgewist.




Bron: “Het Tochtenboek”, een uitgave van Chirojeugd-Vlaanderen vzw.

Bijlages

Duur: 1 minuten
Groepen: 1
Leeftijd: van 12 tot 99 jaaar
Spelers: van 1 tot 99
Soort: andere
Terrein: groot