Vlot vlotter vlotst

Pluszestieners zijn vaak op zoek naar avontuur en uitdagingen.Wat dacht je ervan om met je groep een vlot te maken en een tochtje te wagen?Een degelijk vlot is niet in een-twee-drie klaar.Tijdens de bouw van een vlot komt er heel wat specialistenwerk bij kijken.Maar laat je niet afschrikken, het loont echt de moeite!


We beschrijven een vlot voor zes personen voor meerdaagse tochten.Dit betekent dat de draagkracht van het vlot berekend is op zes personen met al hun bagage.


Zo’n vlot is erg stabiel, heeft een groot draagvermogen en kan jaren meegaan.Je kan het vlot demonteren en het materiaal zorgvuldig opbergen tot je nog eens een vlottentocht maakt.


Er zijn ook enkele nadelen aan verbonden.Je hebt veel materiaal nodig en een groot vervoermiddel om alle onderdelen op de vertrekplaats te krijgen.Dit vlot is ook log en dus moeilijk wendbaar: je moet naar een rivier trekken die ongeveer een meter diep is tenminste als je je vlot niet te veel wil dragen.



EEN VLOT MET TOUWEN


Materiaal

Ø Twaalf olievaten van 200 liter

Ø Acht dwarsbalken van 2,83 meter

Ø Zes (of acht) lengtebalken van 4,25 meter

Ø Planken voor 3 boegen

Ø Planken voor het dek

Ø Sjortouw

Ø Vier bouten


De Olievaten

Je moet twee tonnen per persoon rekenen.Voor zes personen hebben we dus twaalf tonnen nodig.Bij een garagist kun je vast wel tonnen krijgen.Kijk na of de stoppen er nog opzitten.Voor je de tonnen gebruikt moet je ze eerst controleren op hun stevigheid.Klop er overal met een hamer op; zo ondervind je of de tonnen stevig genoeg zijn.Om de levensduur van de vaten te verlengen verf je ze met een anti-roestverf en nadien met een lakverf.

Je neemt best tonnen van tweehonderd liter.Deze tonnen hebben een hoogte van honderdvijftien centimeter en een diameter van zesenzeventig centimeter.Ze kunnen elk tweehonderd kilogram dragen.Reken echter niet op tweehonderd kilogram last: Je vlot zelf weegt ook een pak en we willen toch een veilig vlot bouwen.

Je kan ook kiezen voor plastieken vaten; deze zijn lichter en gemakkelijker te onderhouden maar in de regel kwetsbaarder.


De Balken

Voor de balken neem je best dennenhout dat ongeveer een jaar geleden werd gekapt.Dit hout “werkt” nog en zal zich dus wat naar je vlot zetten.Neem gelijke en rechte balken; dit werkt gemakkelijker en zorgt voor een steviger resultaat.Voor de lengtebalken gebruik je balken van vijf tot zeven centimeter diameter.Voor de dwarsbalken gebruik je balken van zeven tot tien centimeter.

Ontdoe de balken van hun schors en van alle andere uitsteeksels.Je kan op de gelijke balken telkens een streep van eenzelfde kleur schilderen.Zo weet je na het demonteren van je vlot welke balken de dwarsbalken en welke de lengtebalken zijn.


De Planken

Je gebruikt planken om het dek van je vlot te maken.Planken zijn lichter dan balken en je krijgt een stabielere vloer.Je hebt ook enkele planken nodig om voor elke tonnenrij een boeg te maken.


Het Sjortouw

Je gebruikt best manillatouw.Dit is net als sisaltouw van een plantaardige vezel gemaakt.Het is bovendien bewerkt met olie zodat het beter bestand is tegen water en zon.Nylontouw voldoet ook maar is niet zo bestand tegen zon.Als je dan het vlot demonteert, de touwen goed spoelt en laat drogen dan kan je hetzelfde touw vaker gebruiken.


De Bouten

Om je vlot te verstevigen kan je op elke hoek een bout zetten.Je hebt dus vier stevige roestvrije bouten en moeren nodig die dwars door de lengtebalk en de dwarsbalk worden gezet.



WERKWIJZE


Zorg dat je zelf de nodige technieken kent of laat je helpen door een ‘kenner’.Stel vooraf een plan op hoe je de bouw zal aanpakken.Zorg ervoor dat iedereen betrokken wordt.


Stap 1: Uitmeten

Je legt telkens vier tonnen achter elkaar.Leg de tonnen zo dicht mogelijk bij elkaar.Wanneer je wat ruimte laat tussen twee achter elkaar liggende tonnen zal je later een grotere weerstand van het water ervaren.Tussen elke tonnenrij laat je 55 cm ruimte.

Dan probeer je uit op welke afstand de twee lengtebalken van een tonnenrij uit elkaar moeten liggen.De lengtebalken moeten zo liggen dat wanneer de dwarsbalk erop komt deze dwarsbalk de ton raakt.Om het werk nadien te vereenvoudigen kan je de ligging van de tonnen en de plaats waar de balken moeten komen met krijt op de vloer tekenen.


Stap 2: Het skelet maken

Je haalt de tonnen weg en je legt de lengtebalken op de juiste plaats.Dus twee voor elke tonnenrij en eventueel telkens nog een lengtebalk tussen twee tonnenrijen.Hierop leg je de dwarsbalken: Een balk helemaal vooraan, hierdoor bescherm je de boegen en een helemaal achteraan.Twee balken boven de eerste tonnen, twee balken boven de laatste tonnen.Telkens nog een balk boven de middelste tonnen.

Alle kruispunten worden vastgesjord met een kruissjorring.Op de vier hoeken bevestig je de bouten; dit maakt de constructie steviger.Je kan op elke zijkant eventueel nog een halve balk (in de lengte doorgezaagd) vastsjorren.Ook dit verstevigt het geheel.De bouten gaan dan op elke hoek door drie balken.

Let op!Gebruik nooit nagels om je vlot in elkaar te timmeren.Door het varen is het vlot onderhevig aan de bewegingen van het water.De onderdelen moeten wat kunnen bewegen ten opzichte van elkaar.Dit kan alleen als je sjort.Nagels kunnen immers los.Stevig sjorren en bouten en moeren op elke hoek gebruiken is dus de boodschap.Gebruik tijdens het sjorren eenvoudige knopen: Met een mastworp en een kruissjorring kan je dit vlot helemaal maken.


Stap 3: De boegen maken

Voor elke tonnenrij maak je een boeg.Als je deze boeg voor een tonnenrij bevestigt klief je het water en zo vaart het vlot beter.Voor elke boeg maak je met planken drie vierkante vlakken met een zijde van 76 cm.Deze is de doormeter van een ton.Je zet de drie vierkanten in een driehoek aan elkaar.

Als deze constructies af zijn sjor je ze vast aan de eerste ton van elke tonnenrij.


Stap 4: Het skelet op de tonnen bevestigen

Je legt de tonnenrijen op de juiste afstand op de grond, de voorste tonnen met de boeg.Hierop leg je het skelet.Elke toj wordt vastgesjord aan de dwarsbalken.Wanneer je de tonnen zou vastsjorren aan de lengtebalken kunnen de tonnen achteruitschuiven onder druk van het water.Je sjort de tonnen aan de dwarsbalken met een kruissjorring.


Stap 5: Het dek maken

Je sjort alle planken van 4,25 m vast aan de dwarsbalken, ook weer met een kruissjorring.



EEN VLOT MET BINNENBANDEN


Voor een vlot met binnenbanden maak je een skelet zoals voor het tonnenvlot.Je maakt best wel gebruik van minder dikke balken.In deze constructie moet je zeker de hoeken vastzetten met bouten.De tonnen geven op zich een zekere stevigheid aan je vlot.Binnenbanden doen dit niet.

Je hebt minstens een vrachtwagenbinnenband per persoon nodig.Op alle hoofdkruispunten van een lengtebalk met een dwarsbalk sjor je een band vast.Kijk uit of je alle uitsteeksels aan het hout goed hebt verwijderd!Dit vlot loopt sneller dan het vlot met olievaten maar het is minder stabiel.

Het vraagt heel wat tijd een vrachtwagenbinnenband op te pompen.Je kan de banden ook aan het benzinestation oppompen maar dan moet je een enorm groot volume kunnen vervoeren.Kan je bij een duikclub een afgekeurde zuurstoffles op de kop tikken dan kan je met de perslucht de binnenbanden in een oogwenk opblazen.



VEILIGHEID


Veiligheid eerst.Natuurlijk hou je rekening met volgende veiligheidsregels.

Ø Iedereen die meevaart met een vlot moet goed kunnen zwemmen.Wanneer iemand zich niet zo zeker voelt laat je hem een zwemvest aantrekken.Beter is nog dat iedereen een zwemvest draagt.Ga nooit met rubberlaarzen en regenpak op het vlot.Deze dingen lopen snel vol water en worden verschrikkelijk zwaar.Zo krijg je problemen om uit het water te geraken mocht je erin vallen.

Ø Draag bij voorkeur lichtgekleurde kleding.Dit kan je in het water gemakkelijker onderscheiden.Voorzie zeker een reddingsboei, een binnenband van een auto, of waar is de zwemband van vroeger gebleven?Je maakt een touw vast aan de band en de ‘man overboord’ is zo weer binnengehaald.

Ø Als het vlot dan toch lelijke toeren zou uithalen en iedereen valt eraf kijk dan wanneer je boven water komt onmiddellijk na of iedereen boven water is.Zoniet duik dan om de vermiste te zoeken.De zwakke zwemmers kan je op het vlot hijsen als je er nog bijkan, de sterke zwemmers duwen het vlot naar de kant.

Ø Als je op snelstromend water wil varen test je het vlot eerst even uit op veilig water.Immers, blijkt je vlot niet zo stevig dan kom je voor onaangename verrassingen te staan.Bevaar geen te snel stromend water of te diep water.Hoe stevig je constructie ook mag zijn, het blijkt toch nog altijd een zelfgebouwd vlot.Vaar alleen overdag.In het donker zie je de toestand van het water onvoldoende.Ga nooit met je vlot op het water bij onweer, dan zoek je problemen!

Ø Ga vooraf het water dat je wil bevaren verkennen vanaf de oever of met een kano of kajak.Vraag aan de mensen in de buurt hoe de rivier zich gedraagt bij regen, bij droog weer, in de periode waarin jij van plan bent de vlottentocht te organiseren.Zo ben je tenminste zeker van de situatie waaraan je begint.

Ø Informeer ook naar de kwaliteit van het water.Op sterk vervuild water ga je best niet, zo voorkom je infecties.Neem ook steeds een EHBO-kit mee.



SPEL ONDERWEG


Met een vlot kan je veel meer doen dan je alleen maar stroomafwaarts op een rivier laten afdrijven.

Ø Zo kan je bijvoorbeeld al beginnen met in plaats van een groot vlot twee kleinere vlotten te bouwen.Zie je het al?Het spelen begint vanzelf.

Ø Je houdt een vlottenrace; wie heeft het eerst een afstand van vijfhonderd meter afgelegd?Met roeispanen, zonder roeispanen.

Ø Als je de leden van je afdeling zelf enkele roeispanen laat maken kunnen ze sturen en dan kan je een vlottenslalom organiseren.

Ø Vanaf het vlot kan je wateronderzoek gaan instellen.Hoe diep is het water, hoe snel stroomt het, is het vervuild …?

Ø Verder kan je nog allerhande twee-ploegjes-spelen omvormen zodat ze te spelen zijn met de twee vlotten.Wat dacht je van “Bal tegen de Benen”: Wie geraakt wordt met de bal zwemt naar het andere vlot.Wie zijn de zwemmers die de bal telkens weer uit het water vissen?Of bedenk je een systeem waarbij je de bal in een netje steekt en hieraan een lang dun touw bevestigt?



Bron: “Het Tochtenboek”, Chirojeugd-Vlaanderen vzw

Materiaal

Materiaal
Ø Twaalf olievaten van 200 liter
Ø Acht dwarsbalken van 2,83 meter
Ø Zes (of acht) lengtebalken van 4,25 meter
Ø Planken voor 3 boegen
Ø Planken voor het dek
Ø Sjortouw
Ø Vier bouten

Bijlages

Duur: 1 minuten
Groepen: 1
Leeftijd: van 16 tot 99 jaaar
Spelers: van 6 tot 99
Soort: waterspelen
Terrein: groot