Krantenkwis

Verloop:


Met de leiding wordt afgesproken de kranten van een bepaalde dag te verzamelen.

De leden worden in enkele groepen verdeeld.Elke groep krijgt één krant. Dan worden vragen gesteld waarvan de antwoorden in de kranten staan (vragen simpel houden!).

De ganse groep zoekt dan naar dit antwoord maar slechts één mag antwoorden.Vooraleer je dit echter mag moet je een hindernispiste afleggen (onder stoelen, over een tafel, …).Aan het einde van de hindernispiste ligt een fluitje en diegene die hierop fluit mag antwoorden (voor elke groep hetzelfde parcours).Is het antwoord foutief dan mag een andere groep antwoorden na op het fluitje geblazen te hebben.Van de groep die foutief antwoordde mag pas weer iemand vertrekken als diegene die foutief geantwoord had weer op zijn plaats zit.


Om de tien minuten is er dan nog een rodedraadspel.De leden van één groep krijgen elk een ballon.Zij bepalen de duur van de rode draad en spelen zelf dus niet mee.Er wordt een zoekertje afgelezen en de spelende groepen moeten trachten het nummer van dit zoekertje te vinden.Ze krijgen tijd tot al de ballonnen stukgeblazen zijn.Voor een juist antwoord krijgen de spelende groepen het dubbele aantal punten.Elke groep is eenmaal tijdbepaalster.

Materiaal

krant per groepje, ballonnen, fluitje, hindernispiste, scorebord

Bijlages

Duur: 60 minuten
Groepen: 3
Leeftijd: van 16 tot 99 jaaar
Spelers: van 9 tot 40
Soort: kwissen en opdrachten
Terrein: kleine ruimte