Hoe de Chiro mij gevormd heeft

Hoe de Chiro mij gevormd heeft

Leiding bij een jeugdbeweging zijn, zoals de Chiro, vormt je, of je het nu wil of niet. Bij Dubbelpunt vroegen wij ons af hoe deze invloed zich net vertaald naar het latere leven. We spraken met Zinke, die juf werd, en Selena, die zich na de Chiro geïnspireerd voelde om nog meer vrijwilligerswerk te gaan doen. Hieronder lees je hun verhaal.

Door Rani


DP: Stel jezelf even voor.

Ik ben Selena Zwijsen. Ik ben 5 jaar leiding geweest bij Chiromeisjes Sjaloom in Humbeek. Momenteel zit ik in het bestuur van het Vlaams jeugdparlement. Dit is een VZW en is eigenlijk een simulatie van het Vlaams Parlement. 

DP: Wat inspireerde je om na je tijd als leiding bij de Chiro door te gaan met dit soort vrijwilligerswerk?

Ik heb tijdens mijn Chiro-jaren ook mijn animatorenattest behaald bij Kazou. Ik ben dan een tijd animator geweest bij Kazou en bij Heyo vakantiekampen. Dit is wel een beetje gekomen door de Chiro. Een van mijn Chiro vriendinnen vroeg of er iemand geïnteresseerd was om een animatorencursus te volgen. Dit was al voor ik leiding was en ik ben dit ook blijven doen toen ik leiding werd. Ik wist dat ik graag met kinderen werkte, dus waarom dan ook niet vrijwillig bij andere organisaties? Door mijn hele leven in de Chiro te zitten heb ik het vrijwillig engagement aspect leren kennen. Als speelclub zeiden we al tegen elkaar: “Ik ga sowieso later leiding worden. Ik blijf nog heel mijn leven in de Chiro.” Ik heb het vrijwillig engagement van de leiding gekregen als kind en zij kregen daar niets voor terug. Die deden dat op goede wil en vrije tijd en ik wil dat dan een beetje teruggeven. Die mentaliteit heb ik echt geleerd in de Chiro en daarom stond ik ook open om dat verder te zetten op andere vlakken in mijn leven.

“Mensen die in verenigingen hebben gezeten, daar weet je van dat dat mensen zijn waarop je kunt rekenen.”

DP: Zijn er bepaalde ervaringen of vaardigen die je bij de Chiro hebt geleerd die je kan toepassen in je huidig vrijwilligerswerk?

Ja, absoluut. Gewoon al met een groep samenwerken is iets dat je in de Chiro leert. Wij hadden altijd een grote leidingsploeg en je moet met al die mensen overeenkomen, vergaderingen houden, alles samen beslissen en inzien dat iedereen zijn input belangrijk is. De pure administratieve en organisatorische skills leer je ook in de Chiro. Als er een evenement opgestart moet worden, weet ik al direct wat de eerste tien stappen zijn. Voor mij komt dat natuurlijk, en ik zie al vanaf het abstract idee hoe we dat concreet moeten maken. Ik heb nog nooit specifiek een kopstukken debat georganiseerd bijvoorbeeld, maar wel al vijf Chirofuiven. Je kan je ervaring meenemen naar elk ander evenement. Ik denk dat ik hier beter voor opgeleid ben dan andere bestuursleden die niet uit de jeugdbeweging komen.

DP: Zijn er bepaalde waarden die je uit de leidingscarrière meeneemt?

Als je een engagement aangaat, moet je je hieraan houden. Geen half werk doen. Als je ergens ja op zegt, moet je daar tijd voor vrijmaken. Er is een soort verwachting die wordt gecreëerd. Je wordt deel van een groter geheel in de Chiro, ook als lid, zeker als leiding en je moet goed weten waar je aan begint. Je weet waarvoor je getekend hebt. Dat is echt een grote waarde in mijn leven, op alle vlakken, en dat zit echt in mij sinds kinds af aan. Een engagement dat je aangaat, kom je na. Als je zegt dat je iets gaat doen of ergens gaat zijn, dan moet je dat doen. Punt. En als dat niet lukt, dan communiceer je daar over of dan vraag je hulp. Daar is geen schaamte in. Dat is wel iets dat ik hoog in het vaandel draag binnen het Vlaams jeugdparlement. Ik merk dat niet iedereen dat heeft meegekregen. Mensen die al in andere verenigingen hebben gezeten, daar weet je van dat dat de mensen zijn waarop je kunt rekenen. Als ze zeggen dat ze iets doen, dat ze het ook echt doen.

 

 

DP: Stel jezelf even voor.

Ik ben Zinke Janssens. Ik ben 24 jaar en ben 6 jaar leiding geweest bij Chiro Ramsel. Nu ben ik leerkracht in het vijfde leerjaar. 

DP: Wilde je al leerkracht worden voordat je Chiroleiding werd?

Ik denk van wel. Ik denk dat dat altijd een beetje in mij heeft gezeten. Ik gaf ook dansles dus dat leerkracht zijn zat wel in mij. Mijn ouders en grootouders hebben dat ook altijd in mij gezien: een jufke.
 
DP: Hoe heeft je ervaring als Chiro leidster je manier van lesgeven en omgaan met studenten en collega’s beïnvloed?

Het heeft het kunnen werken met een grote groep zeker beïnvloedt. Wanneer ik Speelclubleiding was, was dit een heel grote groep en die moest ik in toom zien te houden. Dit moet ik op school ook kunnen. Ik denk wel dat ik deze beide aspecten van mijn leven onbewust gemixt heb. Soms was ik een juf op de Chiro en Chiroleidster in de klas. Mijn manier van lesgeven is ook beïnvloed. Het zotte van de Chiro heb ik overgenomen en ik kan ook veel speelvormen binnenbrengen in de les en deze ombouwen om iets in de klas te gebruiken. Voor de paasvakantie spelen wij bijvoorbeeld een paasspel want dat deden wij op de Chiro ook. Er zijn natuurlijk ook situaties die bij beiden voorkomen. Op de Chiro heb je ook pijntjes, kinderen die het thuis moeilijk hebben en dat komt in de school ook voor. En met collega’s een lessenrooster maken voor het nieuwe schooljaar is een beetje zoals een leidingsverdeling, je moet rekening houden met elkaar en je zal altijd water bij de wijn moeten doen.

“Je ziet zo aan de stagiairs wie in de jeugdbeweging zit en wie niet.”

DP: Welke vaardigheden die je hebt ontwikkeld als leidster heb je kunnen toepassen in je rol als leerkracht?

Sociale vaardigheden zijn heel belangrijk zoals het in contact staan met ouders en werken in team. In de Chiro heb je ook op vrijdag vergaderingen, je moet dingen voorbereiden, en op school heb je dat ook. Je moet mensen hun mening respecteren, je bij dingen neerleggen, een middenweg zoeken, omgaan in een team, … Ook al klikt het met iemand minder goed, je moet toch samenwerken. Ook het organisatorische heb ik in de Chiro geleerd. Zo leerde ik evenementen plannen zoals een Spaghettidag of een fuif en kan ik die ervaring gebruiken bij het organiseren van bijvoorbeeld het schoolfeest. Uiteindelijk is er ook het enthousiasme. Je moet in de klas ook een zotte doos zijn, je moet u smijten, je moet u willen verkleden en je moet het durven doen. Ook oudere leeftijden vinden dat ook nog leuk. 

DP: Kun je een specifiek moment delen waarop je als leidster een uitdaging hebt overwonnen die later nuttig bleek te zijn in je onderwijsloopbaan?

Als leiding had ik het eens aan de stok met een kwade moeder. Ik leerde hoe ik hier tegenin moest gaan en hoe ik sterk in mijn schoenen moest staan, zodat er niet over mij heen gelopen werd. Ik vind dit nog steeds heel moeilijk, zeker wanneer je je hand op tafel moet leggen en tegen ouders moet zeggen dat het zo is. Op school heb je ouders die soms moeilijk doen en dan heb ik die vorige ervaring nodig om durven tegen die ouders in te gaan, ook al is het met een klein hartje. Pesten in het algemeen kwam in de Chiro ook voor toen ik leiding was en deze situaties kom je op school ook tegen. Ik leerde zo dat ik oog moet hebben voor wat er gebeurd, ook de geniepige dingen, zoals aan tafel tijdens het eten op kamp, daar komen veel dingen naar boven. Die dingen leren zien is heel belangrijk. 

DP: Zijn er kernwaarden of principes van de Chiro die je hebt meegenomen en geïntegreerd in je onderwijsfilosofie?

Oog hebben voor de zwakkeren en deze niet uit het oog verliezen. Als ik denk aan mijn eigen tijd als lid, dan was alles zo competitief. Ik was daar niet echt voor te vinden, totdat we eens de Olympische Spelen deden met spelletjes die eens niet puur op uithouding of kracht gebaseerd waren. Dat vond ik echt een eye-opener omdat er opeens andere kinderen wonnen en er verborgen talenten naar boven kwamen. Zo weet ik ook dat kinderen die niet niet uitblinken in wiskunde of Nederlands, misschien wel goed zijn in creatieve dingen of samenwerkingsopdrachten. Er was een leerlinge die echt op ging in het behang en op een samenwerkingsactiviteit kwam die naar voren als leider. Ze was niet goed in andere vakken, maar daar blonk ze in uit. Ze zal dus misschien geen wiskundig beroep gaan doen, maar een betere leidinggevende was er niet te vinden. Op de Chiro moet je ook variatie in je spellen hebben waar sterkeren iets minder goed in zijn. Dat competitieve is niet altijd nodig. Als ik toetsen uitdeel moeten ze niet beginnen vergelijken, het is belangrijk wat jij individueel gedaan hebt, je werkt op je eigen niveau en je moet je prestaties niet vergelijken met anderen. Het leven is geen wedstrijd.

DP: Zijn er nog enkele lessen die je wil meegeven aan de lezers? 

Tijdens mijn opleiding zeiden ze altijd: “Je ziet zo aan de stagiairs wie in de jeugdbeweging zit en wie niet.” Je hebt nu eenmaal een natuurlijke flow en leerkrachten zien direct wie dat er met kinderen kan werken. Ik heb later ook gehoord van een recruiter dat er bij sollicitaties vaak twee stapels worden gemaakt: een stapel cv’s gelabeld jeugdbeweging en een stapel niet-jeugdbeweging en uit die eerste stapel nemen zij het vaakst. Dat kan alleen maar positief nieuws zijn voor de lezers van Dubbelpunt.