Wat te doen met vuile taal?

Wat te doen met vuile taal?

Dirty talk en schone oplossingen

Dirty talk: enkele schone oplossingen 

Kinderen, ze kunnen al eens vuilgebekt uit de hoek komen.  Vaak weten ze niet eens wat die vuile woorden betekenen, en vinden ze het gewoon grappig .  Maar wat doe je daar als leiding in godsnaam mee?  Wij legden leiding vier situaties voor.  Mieke en Vincent, experten van Jong & Van Zin, geven extra uitleg en tips bij.

Door Lotte, Amina en Emilie

 

'Dikke tetteeeeen' 

Nadat jouw rakwi's je de oren van je hoofd hebben gezaagd, neem je hen uiteindelijk toch mee op rechtdoortocht.  Terwijl jullie over straat wandelen, fietst er een meisje voorbij.  Opeens hoor je Pieter, een van je rakkers, 'Dikke tetten!' naar haar roepen.  Hoe reageer je?

Leidster Kelly: Oh, ik zou heel boos worden.  Terwijl mijn mannelijke medeleiders misschien eerst stiekem heel hard zouden lachen, maar daarna toch ook wel zouden reageren, denk ik.  Hóóp ik.  Ik zou naar de rakker toe stappen, vragen waarom hij zoiets roept naar dat meisje en proberen uit te leggen dat dat niet echt respectvol is van hem.  Meisjes horen zulke dingen nu eenmaal niet graag, hé.

Vincent en Mieke: In deze situatie mag je zeker streng zijn omdat je in je Chirokleren over straat loopt.  Spreek je rakwi er dus over aan, en probeer de rest van de groep ook in het gesprek te betrekken – al dan niet achteraf.  Speel vooral in op de empathie van je leden.  Stel vragen als: 'Stel je voor dat iemand zoiets tegen je mama of je juf zou zeggen, hoe zouden zij zich daar dan bij voelen?  En zou jij dat zelf leuk vinden?'

 

Methodiek om een gesprek aan te gaan 

Zet je leden geblinddoekt op een rij en vraag of ze 'dikke tetten' naar iemand roepen grappig vinden of niet.  In het eerste geval zetten ze een stap vooruit, in het tweede gaan ze achteruit.  Daarna heb je 't ook over andere situaties: wat als iemand valt, of als iemand iemand anders pootje-lap zet.  Grappig of niet?  Je zult zien dat er grote verschillen zijn.  Ga op basis hiervan het gesprek aan.

 

Kind van de Duivel 

Op een zonnige Chironamiddag spelen alle leden buiten op het grasveld tijdens het vrij moment.  De radio speelt op de achtergrond.  Jij zit samen met de leidingsploeg te genieten van jouw vieruurtje wanneer je opeens drie ribbels enthousiast hoort meezingen met 'Kind van de Duivel'.  In tegenstelling tot hen ben jij je wel bewust van de betekenis van de songtekst.  Wat doe je?

Leider Wouter: Eerlijk?  Ik denk dat ik hier niet echt op zou reageren.  Kinderen denken daar toch niet bij na en wanneer ze ouder zijn, zullen ze zelf wel beseffen dat die songtekst niet echt deugt.  En daarbij: ikzelf durf dat liedje ook al weleens mee te zingen.  Dat wil niet zeggen dat ik het er ook mee eens ben, toch?

Jasper (afdelingsexpert Chiro): Populaire liedjes vormen nu eenmaal een belangrijk deel van hun leven en als je het dan niet kent, ben je ook niet mee.  Vergelijk het met populaire rages als Pokémon of de fidgetspinner.  Het is vooral belangrijk dat je als leiding een veilige omgeving maakt voor de kinderen.  Verbied het niet, maar toon interesse.  En als je merkt dat sommige ribbels het niet zo'n fijn nummer vinden, praat je er gewoon over met de groep.

Vincent en Mieke: Als je het als leiding storend of ongepast vindt, kun je het beste eens vragen wat kinderen er zelf over denken en er dan over babbelen.  Vraag hen of ze weten wat het betekent en leg het zelf ook uit.  Waarschijnlijk zullen ze dan wel reageren met 'oei, dan kan ik dat niet zeggen, da's niet mooi'.  Sta als leiding ook stil bij je eigen rol en impact.  Als je zelf voortdurend 'Kind van de duivel' afspeelt en kinderen aanmoedigt om te springen, geef je daar een bepaalde boodschap mee.  Maar je hoeft er ook niet per se een punt van te maken als jullie het zelf niet storend of ongepast vinden.

 

'Vuile homo' 

Tijdens een spelletje tussen-vier-vuren gooit Jules per ongeluk de bal in het gezicht van Silke (9).  Zij wordt daar heel boos om en begint te roepen en te schelden tegen Jules.  'Vuile homo!  Kun je niet kijken waar je gooit, stomme janet?!'  Jules is erg aangedaan.  Wat doe je?

Leidster Julie: Ik hoor kinderen dat tegenwoordig alsmaar vaker gebruiken als scheldwoord.  Jammer, want ik ben er zeker van dat ze niet eens weten wat die woorden echt betekenen.  Ze scharrelen het ergens op en gebruiken het dan zelf ook.  Ik zou aan Silke vragen van wie ze die woorden geleerd heeft en of ze ook weet wat ze betekenen.  Daarna zou ik haar uitleggen dat dat helemaal geen reden was om te schelden tegen Jules en al zeker niet met die woorden, want dat zijn geen scheldwoorden.

Vincent en Mieke: Dat is inderdaad een goede aanpak.  Je mag echt wel benadrukken dat het respectloos is om zulke woorden te gebruiken, ook al is Silke kwaad.  Laat zowel Silke als Jules in eerste instantie even afkoelen.

Praat daarna over het incident: wat vinden je leden van zulke uitspraken, kunnen ze snappen dat Silke zo reageert en wat zouden ze zelf doen?  Laat hen nadenken over het uiten van boosheid, en hoe ze dat – anders – kunnen doen.  Hoor je dat ze wel vaker homofobe scheldwoorden gebruiken, vraag hen dan telkens waar ze die opgepikt hebben en waarom ze dat precies gebruiken.  Maak hen zeker ook duidelijk dat 'homo' geen negatief woord is.  Door hen te vragen of ze zelf holebi’s kennen, wordt het voor de leden ook persoonlijker en kun je hen meer laten nadenken over wat ze precies zeggen.

 

'Jij bent bruin' 

Voor een partijtje baseball probeer je je ribbelgroep in twee teams te verdelen.  Wanneer je denkt dat dat gelukt is, komt Kaat naar jou om te zeggen dat ze niet met Mo in een team wil.  Je negeert haar opmerking en zegt dat ze verder moet spelen.  Mo doet enorm zijn best maar dat lijkt voor Kaat niet veel uit te maken.  Ze zegt tegen hem: “Ik wil niet met jou spelen want jij bent bruin.”  Hoe reageer je hierop?

Leidster Lilian: Ten eerste zou ik bij de eerste opmerking al vragen waarom Kaat niet bij Mo wil.  Als daarna die reactie komt, dan zou ik haar zeggen dat Mo een gewone jongen is zoals alle andere kinderen.  De huidskleur van gelijk welk kind heeft geen invloed op hoe hij of zij is.  In de Chiro is iedereen welkom!  Mo is evenveel waard als Kaat, als Robin, als Louise.  Ik zou de vraag terugspelen.  Zou Kaat het leuk vinden, mocht Mo niet bij haar willen zitten omdat ze een witte huidskleur heeft?  Ik zou haar reactie afwachten en haar positief bevestigen om toch bij het team van Mo aan te sluiten.  Ik zou haar dus zeker niet bij de andere groep steken.  Ook zou ik haar zeggen dat ze zich moet verontschuldigen tegenover Mo.  Daarna zou ik Mo aanspreken en zeggen dat hij zeker mag zijn wie hij is en dat hij trots mag zijn op zichzelf!

Vincent en Mieke: Je mag tegen Kaat inderdaad heel duidelijk zeggen dat haar uitspraak niet oké is en dat iedereen welkom is in jullie Chirogroep.  Ga zeker het waarom-gesprek aan, want soms zit ze achter zulke woorden een andere boodschap.  Voorkomen is echter beter dan genezen, dus blijf als leiding werken aan groepsgevoel en kennismaking.  Pesten gebeurt immers vaak omdat je iemand niet echt kent.

 

Methodiek om het bespreekbaar te maken 

Doe eens een ja-neekring, met uitspraken als 'ik heb ooit al eens een racistische opmerking gemaakt', 'ik ben ooit al eens gekwetst', enz.  Als het antwoord voor jou ja is, schuif je een plaats op in de kring.  Dat is een veiliger manier om het met kinderen over zo'n onderwerp te hebben.  Aan Mo zelf kun je vragen of hij oké is, en wat de groep kan doen zodat hij zich weer goed in zijn vel voelt.