Verdeling begeleiding in leefgroep

Zo goed als alle cursussen werken in leefgroepen, die telkens begeleid worden door twee cursusgevers. De verdeling van die duo's is niet iets waar je licht over mag gaan. 

Er zijn verschillende manieren om tot een verdeling te komen. Je kan dat als cursustrekkers volledig zelf in handen nemen, je kan de verdeling met de hele begeleidingsploeg samen maken of je vraagt op voorhand input aan je begeleiding over bij wie of bij welk type persoon ze wel en niet willen staan. Denk daar vooral goed over na. 

Wanneer je duo's samenstelt, zorg er dan zeker voor dat ze het met elkaar zien zitten en dat ze elkaar aanvullen. Een verbonder met een gewester, een ervaren rot met een groentje, een rustige persoon met een spring-in-'t-veld, enz. 

Misschien is het ook goed om de beslissing nog niet definitief te maken. Als er mensen toch niet graag bij die medebegeleid(st)er staan en iets weerhield hen ervan om dat op de vergadering te zeggen, dan kunnen ze dat toch nog aan jou laten weten. Dat is zeker niet ideaal, maar beter dan conflicten op de cursus zelf. 

Ten slotte nog dit: als je met een teveel aan begeleiding zit, kun je beter vragen of er mensen zijn die liever afhaken. Met trio’s een leefgroep begeleiden of met een materiaalploeg van 27 mensen zitten, is zeker af te raden. Per vijf deelnemers kun je het beste één begeleid(st)er voorzien. Liever meer deelnemers in verhouding (zes tegenover één begeleid(st)er dan omgekeerd. Heb je vragen of opmerkingen hierover, mail dan gerust naar vorming@chiro.be.

Begeleiders en deelnemers coachen

Zowel voor als tijdens de cursus is het belangrijk om je begeleidingsploeg te coachen. Coaching is een manier van met elkaar omgaan waarbij je – vaak door vragen te stellen – de persoon zelf aan het nadenken zet over zijn of haar acties, capaciteiten, enz. Door vragen te stellen, verbreed je de blik van degene die gecoacht wordt. Zo stimuleer je hem of haar om zaken vanuit een ander standpunt te bekijken of om verschillende redenen uit te spitten voor een bepaald gedrag en na te gaan wat alternatieven zijn. Met vragen activeer je de ander: door in gedachten andere pistes te bewandelen, of eventueel over te gaan tot actie. 

De inhoudelijke sturing van het gesprek ligt voornamelijk bij degene die gecoacht wordt. De methodiek wil voornamelijk dingen losmaken, die dan door die persoon zelf benoemd worden, en waar je door vragen te stellen verder mee bouwt. Het is zeker niet de bedoeling om een oordeel te vellen over sterktes of zwaktes, tenzij de ‘coachee’ dat zelf doet. De ‘coach’ houdt zich ver van advies en verkondigt geen eigen mening, maar maakt ruimte en heeft enkel oor voor de elementen die de ‘coachee’ zelf aangeeft.

In de methodiekendatabank vind je een hoop manieren om tijdens de cursus zowel medebegeleiding als deelnemers te coachen. Hoe voelen ze zich, waar kunnen ze hulp gebruiken? Als trekker of medebegeleider kan jij hen op een goede manier ondersteunen. Een spoedcursus ‘coachen’ vind je hier! Ook op deze deze poster vind je een heel aantal methodieken die je kan gebruiken om te coachen.