Tijdens elke Chironamiddag is er dat dode momentje: net voor of na het vieruurtje of aan het einde van de dag. Tijd voor een klein spelletje! Wat als je eens teruggraaft in je geheugen, welke spelletjes speelden jullie graag? Een vleugje nostalgie in je Chiromiddag kan nooit kwaad en je leden leren een nieuw, leuk spelletje kennen. Hieronder alvast enkele spelletjes die je misschien zelf al vergeten was.

Wolfje, hoe laat is het

Een van de leden, bijvoorbeeld Samia, is de wolf. Die staat aan de ene kant van het veld met de rug naar de anderen. Die zijn allemaal geitjes en staan achter een lijn aan de andere kant. De geitjes zingen: ‘Wolfje, hoe laat is het?’ De wolf antwoordt bijvoorbeeld: ‘Het is vijf uur.’ De geitjes zetten dan vijf passen in de richting van de wolf. Zo gaat dat een aantal keer verder, Samia kiest telkens hoe laat het is en hoeveel stappen de anderen dus moeten zetten. Tot de wolf antwoordt met ‘Etenstijd!’: dan probeert Samia zoveel mogelijk geitjes te tikken (‘op te eten’), terwijl zij zo snel mogelijk terug naar hun startlijn lopen. De eerste geit die getikt wordt, is de nieuwe wolf. 

Dokter Knoop

Een lid draait zich even om. De anderen gaan in een cirkel staan met de handen in elkaar. Dan maken ze een knoop door over of onder elkaars armen of tussen elkaars benen te kruipen. Wanneer ze een vaste knoop vormen, mag het lid zich weer omdraaien en de knoop proberen te ontwarren zonder de handen te lossen. 

Cactus en bloem

Lina wordt even buiten gestuurd. De andere leden zitten in een cirkel en duiden iemand aan die de bloem is, al de rest is cactus. Alle spelers leggen hun handen op hun schoot, met de handpalmen naar boven, en ze maken knijpbewegingen. Lina komt terug binnen en zoekt de bloem door op iemands schoot te gaan zitten. Gaat ze op een cactus zitten, dan krijgt ze een kneep in haar poep. Kiest ze juist, dan krijgt ze een kus op haar wang.

Rippelstippel

Alle leden krijgen een stift of verf op hun vinger. Ze gaan in een kring zitten. Michael begint en zegt: “Ik, Michael Rippelstippel zonder stippels, vraag aan Farah Rippelstippel zonder stippels: hoeveel stippels heb jij?” Farah antwoordt door te zeggen hoeveel stippels zij heeft en stelt de vraag dan op dezelfde manier aan iemand anders, dus bijvoorbeeld: “Ik, Farah Rippelstippel zonder stippels, vraag aan Seppe Rippelstippel met twee stippels: hoeveel stippels heb jij?” Je noemt dus eerst een voornaam, met daarna Rippelstippel, en hoeveel stippels die persoon heeft (dat kan dus zijn: zonder stippels, met twee stippels, enz.). Je krijgt een stippel als je een fout maakt in de formulering. Daarna moet je opnieuw proberen, uiteraard met het aangepaste aantal stippels. Je moet om het minste stippels hebben op het einde van het spel.;