Chiroviering: AvontuurLeuk!
Chiroviering: AvontuurLeuk!
Hieronder vind je bouwstenen: van bezinning tot eucharistie, kies de delen die bij jouw groep en gelegenheid passen. Een momentje tijdens de formatie op de eerste Chiroactiviteit? Daarvoor is de slottekst geschikt. Kies er een lied bij. Per afdeling een stilvalmoment? Vertel een verhaal en laat ruimte voor inbreng van iedereen. Eucharistie vieren in de parochie: kijk zeker naar de kadertjes.
Materiaal:
gekleurd (klad)papier A4- of A5-formaat
schrijfstiften, liefst felle kleuren
waterpartij, vooraan of in het midden van de groep (plonsbadje of zo); eventueel met enkele grote stenen erin, met daarop geknutselde jaarthemaschildpadden
Welkom
Vieren is midden in het leven eventjes stilstaan, tijd maken om jezelf bijeen te rapen. Om goede en minder goede ervaringen, vreugde en pijn, ontgoocheling en hoop, diep in jou te laten doordringen en dankbaar uit te zingen dat wij alles samen mogen dragen.
Vieren is dat leven plaatsen onder de schijnwerper van die grote droom die in ons is gelegd: dat het met ons, met onze grote en kleine wereld, goed kan worden. Moet worden! Is ons samenzijn laten belichten vanuit de mens Jezus, die die droom heeft waargemaakt.
Verzoeningsmoment
Inleiding
We zijn al zo vaak opnieuw begonnen en niet zo’n klein beetje, maar van nul, van de grond op. We hebben al zo vaak nieuwe dingen verzonnen waarvan we dachten: dit is het, hierdoor wordt alles goed. Maar het bouwen ging telkens weer moeizaam, met horten en stoten. Het enthousiasme van de bouwers verdween als sneeuw voor de zon. De moed zakte hen in de schoenen, ruzies en conflicten dreven hen uit elkaar en uiteindelijk viel de opbouw stil. Het nieuwe bouwwerk verviel tot er van de droom niets meer overbleef. Maar telkens wordt een nieuwe start genomen, tot er ooit eens een groep mensen opstaat, die hetzelfde denken, hetzelfde dromen en uiteindelijk hun bouwwerk afwerken.
Lid: Soms vergeten we dat naar de Chiro komen, betekent dat we zo goed mogelijk meedoen met alle activiteiten, niet alleen met onze meest favoriete. We kunnen dat eigenlijk wel elke keer doen.
Lid: Soms hebben we geen zin om er mee voor te zorgen dat het voor iedereen leuk is. We kunnen beter ons best doen om niemand uit te sluiten.
Leid.st.er: Soms ergeren we ons aan ouders die vragen stellen over activiteiten, terwijl zij terecht gerustgesteld willen worden dat we goed voor onze leden zorgen. We kunnen daar meer rekening mee houden.
Ouder: Soms staan we al klaar met commentaar op de leiding, in plaats van vragen te stellen en waardering te uiten. We kunnen wat geduldiger zijn.
Openingsgebed
Laat ons,
door vriendschap gedreven
en door die innerlijke kracht bewogen,
werk maken van een gemeenschap
en van een manier van leven
waarbij aan alle mensen
het recht wordt gegeven
om waardig mens te zijn
en deel te hebben
aan het samenleven,
en op alles wat daartoe nodig is.
Een gemeenschap
die aan armen de blijde boodschap brengt,
vrij maakt wie gevangen zit,
zicht geeft aan blinden,
kracht geeft aan verlamden,
aandacht aan wie vergeten wordt.
Een manier van leven
die plaats en aandacht maakt
voor de arme,
de vreemde,
de zieke
de vereenzaamde,
dichtbij én veraf.
Een manier van leven
die vriendschap omzet in solidariteit,
waarbij de minsten de toetssteen zijn
voor ons doen en laten:
een herderende gemeenschap,
beeld van de Goede Herder,
lichaam van Christus.
Carlos Desoete
AvontuurLeuk?
Een Chironamiddag is voor groot en klein een avontuur. We spelen in bossen, maken vuur of een grote sjorring. We creëren samen grave dingen. We staan dicht bij de natuur. We ravotten tot onze kleren bruin zien en onze knieën groen. We koken, spelen en leven buiten, met respect voor onze omgeving. We genieten van het natte gras in de ochtend en het geritsel van de bladeren in het bos. Bovendien slaap je nergens beter dan in een tent. In groep durven we wat we alleen niet durven en in de Chiro mogen we soms wat we thuis niet mogen. We verleggen zo onze eigen grenzen, op een veilige manier. We leren elkaar en onszelf beter kennen tijdens een risicovol spel. Kortom: avontuur mag niet ontbreken in de Chiro.
Verhalen
Parabel van de twee ijsblokjes
Er waren eens twee ijsblokjes. Tussen hen was er een koele verhouding – wat begrijpelijk was. Ze dachten allebei: waarom komt die andere niet dichter bij mij? Maar ijsblokjes kunnen niet gaan of komen. Toen dacht de ene: als de andere ontdooit, ontdooi ik ook. Maar aangezien het ijsblokje niet uit zichzelf ontdooide, ontdooide geen van beide. Zo kwam het dat niemand naar hen toekwam en ieder nog meer verijsde in zichzelf.
Na maanden – of waren het jaren – ontdekte het ene ijsblokje op een middag, toen de zon straalde, dat het kon smelten. Het zag dat het vervloeide tot water en het … toch nog zichzelf was! Ook het andere deed die wonderlijke ontdekking.
Langs alledaagse greppels vloeiden ze naar elkaar toe. Ze ontmoetten elkaar. Ze proefden elkaars koude nog wel, maar ook elkaars kleinheid en goede wil en elkaars nood en die van anderen. Ze vonden dat ze elkaar nodig hadden en één moesten blijven.
Toen kwam er een kind en toen nog één, en andere kinderen, en die lieten kleine scheepjes varen op dat sterke water.
Ze hoorden dat de kinderen gelukkig waren. En die vreugde scheen als een zon in het water. Er waren eens twee ijsblokjes die durfden te smelten voor elkaar.
Uit Neerslag, Chiro-uitgave
De kleuren van de regenboog
Lang geleden leefde er eens een koningin die van kleuren hield. Ze was er zo dol op dat ze zo veel mogelijk kleuren in haar tuin verzamelde door allemaal verschillende bloemen te planten. Wanneer het zonlicht speelde met al die kleuren genoot ze het meest. Wat vond ze het prachtig als de ochtendzon op het doorzichtige geel van de teunisbloem scheen. Haar hart juichte van het lentelicht op het tere groen van de ontluikende boomblaadjes. Maar het allermooiste was misschien wel het gespikkelde zonlicht op de witte schermen van het manshoge fluitenkruid onder het jonge bladerdak van bos, aan de rand van de tuin.
Toen ze op een mooie lentedag onder de jonge bladeren van de beuk liep die door de zon bijna in brand leek te staan, riep ze verrukt uit: “Oh, misschien is oranje wel de mooiste kleur als hij door de zon beschenen wordt.” Tot haar verbazing hoorde ze daarop een zacht en verdrietig stemmetje van de paarse wilde marjolein: “Koningin, vindt u mijn paarse kleur niet mooier? Ik ben zo zacht, zo helder van kleur, ik lijk wel bijna lila als de zon mij verlicht. Is mijn kleur niet mooier dan het oranje van de lentebeuk?”
Verrast bukte de koningin zich naar de wilde marjolein en ze sprak glimlachend: “Ach, marjolein, ik vind alle kleuren mooi. Gelukkig dat er zo veel kleuren zijn, anders is het zo saai in de wereld.”
Maar de geest was uit de fles. Vanaf die dag ruzieden de kleuren uit de koninklijke tuin over de vraag wie de mooiste was.
“Ik ben de belangrijkste,” sprak groen hooghartig, “kijk om je heen en zie dat de meest voorkomende kleur groen is.”
Geel lachte heel hard en riep uit: “Domkoppen, ik ben belangrijker! De zon is geel en zonder de zon is er geen leven mogelijk. En tel eens na, de meeste bloemen op de wereld zijn geel.”
“Ho, ho,” zei het water uit de vijver, “je hebt niet goed gekeken, ík kom het meeste voor. Kijk om je heen! Het water van de zee en de rivieren is blauw, net als de lucht, en vergeet ook niet alle blauwe bloemen.”
Daarop fluisterde paars: “Jullie komen wel veel voor, maar het gaat erom welke de mooiste is. Omdat ik zo teer en zeldzaam ben, denk ik dat ik de meest zuivere en mooiste kleur ben.”
Alle kleuren schreeuwden door elkaar, waarbij rood uitriep: “De mensen houden het meest van rood omdat zij in vervoering raken door mijn rode luchten ‘s morgens bij zonsopgang en ‘s avonds bij zonsondergang.”
Toen de kleuren even stil waren om op adem te komen van de ruzie ontdekten ze tot hun schrik dat er inktzwarte onweerswolken dreigend kwamen opzetten. Ze wisten dat ze weldra gebukt zouden gaan onder het geweld van hagelbuien, striemende regen, bliksem en donder. Angstig kropen de kleuren bij elkaar om beschutting te zoeken tegen het naderende onheil. En juist op dat moment scheen de zon net boven de donkere wolken op de kleuren en sprak ze luid: “Dwazen! Jullie zijn allemáál bijzonder. Sterker nog, samen zijn jullie oogverblindend mooi!” De kleuren keken naar elkaar en zagen dat de zon gelijk had. Wat waren ze uniek, zo naast elkaar. Samen vroegen ze aan de zon om hen te behoeden voor verdere ruzies en hen te herinneren aan dit speciale moment.
Dat wilde de zon wel, maar ze vond dat het wel heel bijzonder moest blijven. Daarom schijnt de zon alleen op een zeer speciale manier op de kleuren als er regen of onweer dreigt, waardoor de kleuren aan de hemel weerspiegeld worden als een ronde kleurrijke boog, die we regenboog zijn gaan noemen.
Naar Els Baars
De niet-zo-avontuurlijke Mozes
Mozes werd door God naar de farao gestuurd, om de Israëlieten weg te leiden uit Egypte, waar ze in onderdrukking leefden. Mozes zag dat niet zitten: “Wie ben ik dat ik naar farao zou gaan?”
God stelde hem gerust: “Ik ben bij je.”
Mozes sputterde verder tegen: “Ze zullen me vast niet geloven en ik ben geen goede spreker. Mijn broer kan het beter uitleggen dan ik, vraag het aan hem!”
God bleef aandringen en Mozes geruststellen, maar op de duur werd hij boos. Mozes en zijn broer Aaron gingen op weg, samen naar de farao, om het volk te bevrijden.
Naar het derde en vierde hoofdstuk uit Exodus
Evangelie
Mattheüs 14, 22-27
Duiding: De vrienden van Jezus zijn verward en maken elkaar bang. Jezus stelt hen gerust en vraagt om vertrouwen te hebben. Bang zijn is oké; elkaar banger maken, is niet zo’n goed idee. Samen groep vormen en elkaar (leren) vertrouwen, dát is Chiro.
Geloofsbelijdenis
Ik probeer in mezelf te geloven.
Pas als je in jezelf gelooft,
kan je iets bereiken in je leven.
Ik geloof dat er iets bestaat
dat deze wereld doet leven.
Ik geloof in de jongeren van deze tijd.
Ik geloof in de toekomst.
Ik geloof dat ik in een ander,
in een vriend,
in een medemens mag geloven.
Ik geloof in het goede in elke mens.
Ik geloof dat elke mens is geroepen
om aan de wereld mee te bouwen.
Ik geloof in een God die ons draagt.
Ik geloof in de noodzaak van eenvoud.
Ik geloof in de noodzaak van leven in
gemeenschap om gelukkig te worden.
Ik geloof in mensen om mij heen
die bekommerd kunnen zijn,
zich durven te laten raken door
wat er in deze wereld gebeurt.
Zo is God in ons midden.
Ik geloof: we moeten elkaar vergeven.
Ik geloof in een God die er steeds is
als je hem nodig hebt,
zowel om te vragen als om te danken.
Ik geloof in mensen die elkaar
kunnen en durven vertrouwen.
Ik geloof in liefde tussen mensen.
Ik geloof in de Kerk, in Jezus, in God.
Ik geloof in het eeuwige leven. Amen.
Uit het Baggerboek, Chiro-uitgave
Opdracht
Laat iedereen – of enkelen per afdeling – een bootje vouwen en erop schrijven (of tekenen) hoe ze zich het komende Chirojaar zullen verbinden met de anderen. Bijvoorbeeld: meedoen aan een spel dat ze nog niet kennen i.p.v. af te wachten of leden waar ze niet vaak mee spelen in hun groepje vragen of …
Laat de bootjes varen op het water.
Geef ruimte aan enkele leden en leid.st.ers om iets te delen van wat ze opgeschreven hebben.
Tafelgebed
Voorgang.st.er
Klein als een korrel zand, een druppel in de verre zee.
Het is onze aarde en zo zal het altijd zijn.
Werk van uw handen, God, gemaakt naar uw beeld en gelijkenis,
goed werk, fijn werk, werk om trots op te zijn.
En Gij vond het goed, Gij waart tevreden.
Allen
Tevreden met uw ronde aarde, met al het groen erop,
met alle moois en alle goede dingen.
Met de mens, geboren om gelukkig te zijn,
tot leven gewekt om lief te hebben,
om Uw naam uit te spreken, uit te leven.
God, wij danken U voor dat werk uit uw handen,
voor alle leven, hoe onbeduidend ook.
Wij danken U omdat Gij het goed met ons meent, van den beginne af.
Voorgang.st.er
Maar wij, wij hebben het verknoeid, hopeloos, uitentreuren.
Er kwam haat en geweld. De sterkste wilde het halen, de zwakke werd verdrukt.
Mensen werden wreed en gewetenloos.
En Gij, God, Gij zond Uw schaduw, Uw wolk, Uw vuur: Jezus van Nazareth.
‘Nee,’ zei Hij, ‘zo niet.’ Hij leefde voor hoe het kan en moet.
Hoe God, zijn Vader, in den beginne alles had geschapen.
Deze Jezus stierf op een kruis, arm als de armsten,
veracht en geslagen, niet begrepen, gek verklaard.
Zijn vrienden: de zwakken, sprakelozen, dwazen,
uitgebuiten, vertrapten, dromers en narren.
Allen
Zacht was Hij, zijn liefde mateloos.
Ieder was voor Hem gelijk: afkomst, bezit of huidskleur.
Iedereen gelijk en waardig, delen tot en met.
Voorganger
Zo deed Hij, zo was zijn leven: geven om anderen gelukkig te maken,
sterven om anderen leven te schenken.
Brood & wijn
Allen
God, wij danken U voor dit gebaar, dit leven, deze onvergetelijke man.
Dat zeggen wij U, voor alle nieuwe mensen onder ons, Uw schepping waardig.
Voor alle goede wijnbouwers die eenvoudig en sober zijn, die delen om bestwil.
Dank zeggen we U voor velen onder ons die opkomen voor rechtvaardigheid
en stem geven aan het kleine.
Die Uw aarde dienden, kneden zoals de bedoeling is en was;
die geen heerser en geen eigenaar willen zijn, maar dienstbaar anders leven.
Dank zeggen we U voor hen die volhouden en niet hebzuchtig zijn,
die durven krijgen van die arm en weerloos zijn:
eenvoud, oprechtheid, levensvreugde, het goede in het kleine.
God, wij danken U omdat wij die mensen kunnen zijn.
Uit het Baggerboek, Chiro-uitgave
Slot
Optie één: Als een kind
Als een kind klein wordt gehouden, groeit het nooit op.
Als een kind wordt gekortwiekt, zal het nooit opwieken.
Als een kind altijd wordt afgestraft,
gaat het bang door het leven, alsof dat een straf is.
Als een kind wordt afgeblaft, leert het anderen afblaffen.
Als een kind wordt gepest, sterft het kind in het kind.
Als een kind verwonderd mag zijn,
gaat de wereld open en gaan de wonden dicht.
Als een kind mag zoeken en vinden, vindt het zichzelf en zoekt het anderen.
Als een kind vertrouwen voelt, zal het zich aan het leven toevertrouwen.
Als een kind wordt opgelaten als een vlieger,
laat het zich sturen en uitgelaten leiden.
Als een kind zich een vlieger voelt, draagt het de hemel in de ogen,
de aarde in de armen en de mens in het hart.
Uit Neerslag, Chiro-uitgave
Optie twee
Als ik niet bang was,
zou ik het durven.
Als ik het zou durven,
zou ik slagen.
Als ik zou slagen,
zou ik het kunnen.
Als ik het zou kunnen,
zou ik het willen.
Als ik het zou willen,
zou ik het kunnen.
Als ik het zou kunnen,
zou ik slagen.
Als ik zou slagen,
zou ik durven.
Als ik het zou durven,
dan was ik niet bang.
Marc Insingel