Juf ... euh leidster

Deze activiteit bestaat uit twee delen.  Na het eerste deel – een oneerlijke laddercompetitie – volgt er een bespreking waarin je plannen maakt voor het tweede deel.

Deel 1
Speluitleg
Verdeel de groep in kleine ploegjes van 4 à 5 spelers: je vraagt iedere speler wat hij of zij later wil worden.  Met een beetje hulp moeten de spelers op een alfabetische “beroepenrij” gaan staan.  Daarna tel je de ploegjes af.  Je maakt meer dan twee groepen (hoe meer groepen, hoe duidelijker de ongelijkheid die we er insteken).
Elke ploeg voert tegelijkertijd een aantal opdrachten uit.  Wie het eerst of het best een opdracht uitvoert, mag één trede omhoog op een ladder.  Om het eerst boven!

Scorebord
Zorg voor een getekende ladder op een grote flap of zet een echte ladder.  Elke ploeg zorgt voor een originele pion die je willekeurig op de ladder hangt.

Opdrachten
Bij elke opdracht bouw je een ongelijkheid in.  Best wissel je de ongelijkheid willekeurig af door bvb. met een dobbelsteen te bepalen welke groep benadeeld wordt.  Hou in ieder geval de ontevredenheid van je spelers een beetje in het oog.
1. Kwis: hoofdsteden van landen noemen
Ongelijkheid: één groep heeft voor zich een kaart van Europa
2. Knutselen: laat iets maken waarvoor je materiaal nodig hebt, bvb. schaar, papier, lijm
Ongelijkheid: één groep heeft al het nodige materiaal, de andere groep heeft maar de helft of moet het nog bijeenzoeken
3. Gedicht van buiten leren
Ongelijkheid: één groep heeft een lange tekst, de andere een kortere.
4. Bij elke letter van het alfabet een woord schrijven
Ongelijkheid: de ene groep schrijft jongens- en meisjesnamen, de andere groep schrijft bloemennamen
5. Puzzel
Ongelijkheid: de ene groep krijgt een puzzel met 40 stuks, de andere een puzzel met 65 stuks
6. …

Bespreking
Er zullen al vlug reacties komen, zeker wanneer je systematisch dezelfde ploeg bevoordeelt.  Ga met z’n allen in een kring zitten en laat vertellen waarom ze dit spel zo oneerlijk vinden.  Probeer ertoe te komen dat de kinderen zelf situaties vinden waar ze ongelijke kansen zien. 
Dan komen we terug op het beroep dat ze in het begin kozen.  Kan iedereen dat beroep uitoefenen?  Is het ene beroep dan meer waard dan het andere?
Wat moet je kennen en kunnen om dat beroep uit te oefenen?  En hoe krijg je dat allemaal geleerd?  Zijn er dingen die ze nu al heel goed kunnen en die misschien later goed van pas komen in hun droomberoep?  Speciale dingen die niet iedereen kan of weet?  Zowel trucjes met hun lijf, knutseltechnieken, bakken, een paar woorden in een vreemde taal, iets heel geks, alles weten over honden of over een popgroep, …
Of is er iets dat hun mama, papa, zus of broer heel goed kan?  Timmeren, poetsen, om het even wat?  Schrijf maar op en hang omhoog in je lokaal.

2.Talentenjacht
Bekijk de lijst die je gemaakt heb en kies samen met je groep of per kind een activiteit uit die je wel eens wil of kan doen op zondag.  In de loop van het jaar kun je dan iedereen de kans geven om zijn of haar “ding” te laten zien in de Chiro en het aan de anderen te leren.  Dat kan gaan van nestkastjes timmeren, over macramébandje maken of de verzorging van een hond, tot babysitten op hun jongere broer of zus.  Het maakt niet uit, het vraagt een beetje vraag- en zoekwerk, maar ieder kind heeft ergens wel een verborgen vaardigheid of buitengewone kennis die de moeite waard is.  Zo voelen ze aan dat iedereen wel ergens goed in is!
 

Dit is een spel van Chirojeugd Vlaanderen.

Materiaal

Afhankelijk van de opdrachten die je kiest

Duur: 120 minuten
Groepen: 2
Intensiteit: 2
Leeftijd: van 8 tot 12 jaaar
Spelers: van 8 tot 40
Soort: pleinspelen
Terrein: groot , buiten , grote ruimte , binnen
Thema's: economie , armoede