Eropuit in het boerenleven

Klaarzetten en voorbereiden

  • Print evenveel platen af als er teams zijn en plak ze op verschillende gekleurde papieren. Knip ze allemaal in evenveel puzzelstukken.

  • Kleef op blikken foto’s van dieren

  • Voorzie voor elk team 3 flessen melk met elks 3 gaten in, afgeplakt met tape.

  • Maak voor elke team een blad met vragen i.v.m. het boerenleven.

  • Print teksten af, schrijf woorden op papiertjes, maak tekeningen, maak droedels, … waarin antwoorden op de vragen verstopt zitten. Je kan dit zelf zo moeilijk maken als je wil. Je kan de antwoorden simpel opschrijven en deze verstoppen of je kan bv. hele teksten maken waar ze het antwoord in moeten zoeken.

Onthaal van de leden

Je kan op voorhand een uitnodiging van de activiteit sturen waarin staat dat de leden verkleed moeten komen als boer. De leiding is verkleed als boer en het lokaal is omgetoverd tot boerderij.

Speluitleg

We gaan op zoek naar de beste boeren. We komen dit te weten door te achterhalen wie het meeste kent van het boerenleven.

Groepsindeling

Iedereen krijgt een briefje met een dier op, je maakt het geluid van dat dier en zo kom je te weten wie er nog in je team zit.

Verloop van het spel

Eerst spelen de teams 4 opdrachten tegen elkaar om punten te verdienen. De puntenverdeling wisselt per opdracht:

  • Bij opdrachten 1 t.e.m. 3 krijgt de 1e 10 punten, 2e 7 punten, 3e 5 punten, 4e 2 punten….

  • Bij opdracht 4 is de puntenverdeling anders (zie verder).

Opdracht 1 : boerenpuzzel

Een deel van het bos is afgespannen, in het bos liggen allemaal puzzelstukjes verstopt (elke puzzel heeft een andere kleur). De groepen moeten om ter eerst de puzzel helemaal afmaken. Er mag steeds één lid per groep in het afgebakend stuk zijn en mag er maar 60 seconden in zijn. Per keer dat je in het bos bent mag je maar één puzzelstukje mee uit het bos nemen. Heb je een puzzelstukje gevonden en ben je onderweg naar ‘buiten’ maar zijn de 60 seconden op, dan laat je het puzzelstuk vallen en loop je verder.

Opdracht 2: Aardappelen gooien

De leden krijgen per team een paar aardappelen mee, doorheen het bos is een parcours gemaakt. De teams proberen om ter eerst het parcours te doen. De teams hangen met heel hun team aan elkaar vast en krijgen een paar aardappelen mee. Ze lopen tot bij de eerste gooi stand en proberen met een patat de blikken omver te gooien. Als dit gelukt is mogen ze verder lopen naar de volgende gooistand.

Opdracht 3: Melkflessen

De teams hebben elks 3 flessen melk met in elke fles 3 gaten die afgeplakt zijn met ducktape. Elke minuut wordt er een stuk tape af de fles gehaald.

De leden proberen om zo veel mogelijk aardappelen in een emmer te gooien, ze hebben hiervoor tijd tot de flessen leeg zijn gelopen. Per 5 aardappelen dat ze in een emmer gooien mogen ze een maatbeker vullen en deze in hun flessen melk kappen.

Het teams wiens flessen eerst leeg zijn, is verloren.

Opdracht 4: Koeien zoeken

De leiding (koeien) verstopt zich in het bos, elk op een andere plaats. Om de 20 seconden roepen ze ‘Mooeeehhh’. Elk lid dat een leiding kan vinden krijgt een punt. Met de punten die de teams verzameld hebben spelen ze nu het eind spel spelen.

Speleinde

Voor het eindspel kan je kiezen om op voorhand een tijd af te spreken of afsluiten wanneer het tijd is om te stoppen. Elk team krijgt een lijst met vragen, In het bos liggen artikels, boekjes, papieren, tekeningen... waar ze antwoorden op de vragen kunnen vinden. Om in het bos te kunnen om op zoek te gaan naar de antwoorden hebben de leden een toegangsticket nodig. Ze kunnen het verdiende punten omzetten in toegangskaartje (zelf bepalen hoeveel punten nodig zijn voor één toegangsticket). De leden kunnen bij een leiding extra kleine opdrachten doen om toegangskaartjes te krijgen. Met een toegangsticket mag één lid per team 2 minuten in het bos gaan op zoek naar antwoorden.

Samen worden de antwoorden en de vragen overlopen. Het team dat de meeste vragen juist heeft kunnen beantwoorden is het beste boerenteam en wint de beker.

Evaluatie

De leden krijgen elks een patat, hoe leuker ze het spel vonden des te hoger gooien ze hun patat in de lucht. Vonden ze het spel niet leuk dan houden ze hun patat laag tegen de grond.

 

Materiaal

• Prenten voor de puzzel uit te knippen (Bijlage) • Aardappelen • Blikken • Melk • Tape • Lijst met vragen (Bijlage) • Documenten om antwoorden te vinden (Bijlage)

Bijlages

Duur: 150 minuten
Groepen: 3
Intensiteit: 2
Leeftijd: van 14 tot 16 jaaar
Spelers: van 10 tot 50
Soort: Bosspel
Terrein: In het bos
Thema's: Boerenleven