Levend Cluedo - uitbeelden
Levend cluedo - uitbeelden
Opstelling: De groep kiest 4 mensen (persoon A, persoon B, persoon C, persoon D) die naar buiten gaan. De rest blijft binnen.
Speluitleg: De groep die binnen zit kiest de moordenaar, de plaats delict en het moordwapen. Deze mogen verzonnen zijn (of wat er in de omgeving ligt, en de mensen met wie je dit spel speelt) en hoeven niets met elkaar te maken te hebben (bv. Sinterklaas heeft iemand vermoord op het strand in Ibiza met een bloempot.)
Vervolgens kiest men 1 persoon die deze 3 dingen (moordenaar, plaats delict en moordwapen) gaat uitbeelden.
Dan roept men 1 voor 1 telkens iemand van buiten naar binnen. Deze persoon (=persoon A) gaat voor de gekozen persoon staan die de 3 dingen gaat uitbeelden (in deze volgorde: moordenaar, plaats delict, moordwapen). Het is de bedoeling dat persoon A mee uitbeeldt door de andere persoon na te doen. Men begint met de moordenaar uit te beelden. Als persoon A denkt te weten wat hij aan het uitbeelden is schudt hij de hand van degene die het voordoet. Dan gaan ze naar het volgende ding dat ze moeten uitbeelden (=plaats delict). En zo tot ook het moordwapen is uitgebeeld. BELANGRIJK: MEN MAG NIETS ZEGGEN OF GELUIDEN MAKEN!
Als de 3 dingen zijn uitgebeeld roept men de volgende persoon van buiten naar binnen. Nu mag degene die voordoet terug gaan zitten want vanaf nu moet telkens de persoon die van buiten komt uitbeelden. (Dus nu doet persoon A het voor, wanneer persoon C naar binnen komt doet persoon B voor en tenslotte wanneer persoon D binnenkomt doet persoon C voor.)
Ook persoon B moet voor degene (= persoon A) gaan staan die nu voordoet wat men moet uitbeelden. Ook hij beeldt tegelijk hetzelfde uit. (Het moet niet perfect zijn, gewoon duidelijk genoeg zodat hij het vervolgens zelf kan uitbeelden.)
Tip: als men denkt te weten wat ze aan het uitbeelden zijn mag men ook dingen toevoegen of weglaten tijdens het uitbeelden om het zo duidelijker te maken. Het zou natuurlijk ook dat ze denken te weten wat ze moeten uitbeelden maar dat dat fout is, dat kan wel eens grappige resultaten opleveren.
Zo moet ook persoon C aan persoon D duidelijk maken wat ze aan het uitbeelden zijn. Als persoon D ook bij het moordwapen de hand heeft geschud draait hij zich naar heel de groep en noemt hij wat hij heeft uitgebeeld. (bv. De moordenaar was …, de moord vond plaats in …, en de moord is uitgevoerd met (=moordwapen) … .) De kans is zeer groot dat er een fout tussen zit, wat grappige resultaten heeft opgeleverd tijdens het uitbeelden.
Opmerking: Om het spel moeilijker te maken kan men telkens meer mensen naar buiten sturen waardoor er meer kan misgaan tijdens het uitbeelden.
Groepen: 1
Intensiteit: 1
Leeftijd: van 8 tot 99 jaaar
Spelers: van 6 tot 40
Soort: andere
Terrein: binnen/buiten