De doos

  • De doos gaat na een Chironamiddag of voor het slapen op kamp open als afsluiter. Er komen een aantal zaken uit. Elk voorwerp heeft een bepaalde betekenis en er hangt een specifieke opdracht aan vast. Kies bepaalde voorwerpen uit om aan kinderen te geven en een vraag te stellen, of laat de leden zelf een voorwerp kiezen om iets over te vertellen. Enkele voorbeelden:
  • Een spiegel. “Ik kijk in de spiegel en zie hoe ik me voel vandaag: blij / boos / bang / verdrietig.”
  • Een pleister. “Ik had pijn (fysiek of door ruzie, verdriet, enz.) vandaag want ...”
  • Een knuffel. “Ik heb vandaag een knuffel nodig omdat ...” of “Dit kindje verdient een knuffel omdat ...”
  • Een zaklamp. Geef me snel wat licht in het donker, want ik ben een beetje bang voor ...”
  • Een pauwenveer. “Ik ben trots op ...”
  • Een touw. “Ik heb goed samengewerkt met ...”
  • Een wasknijper. “Deze mooie herinnering zou ik willen ophangen: ...”
  • Een sok met gaten. “Ik heb een probleempje, namelijk ... Kan iemand mij helpen?”

 

Materiaal

een doos, voorwerpen om in de doos te steken (zie voorbeelden)
Duur: 15 minuten
Intensiteit: 1
Leeftijd: van 6 tot 10 jaaar
Soort: methodiek
Terrein: binnen
Thema's: gevoelens